uitgever van dit werk, en aan het publiek, verschooning vragen, om de lange vertraging met de aankondiging van een zoo belangrijk geschrift eenigzins goed te maken. Wij zouden wel...... Maar neen, wij hebben tijd noch plaats voor eenige uitweiding, en dus geen woord meer tot verontschuldiging!
De Hoogduitsche schrijver is maar als c.j.w.... bekend. De vertaler heeft heel wat meer dan vertalen gedaan, en men is hem dank voor zijne moeite schuldig, want of het ook moeite kostte, vier boekdeelen, van zoodanigen inhoud als dit werk, tot twee te verminderen! maar hij heeft nog meer verrigt, en den toon des oorspronkelijken schrijvers gematigd, die niet altijd den eerbied voor hetgeen anderen heilig is in het oog hield. Veel luidt nu nog wel als satyre; maar wie kan dat helpen? Een groote rijkdom, in andere schriften verspreid, is hier bijeengebragt, en - zoo al de oorsprong van het monnikenleven juister had kunnen, en, gelijk Recensent meent, moeten aangetoond zijn (wat bl. 6-15 daarvan geeft, is te kort) - over de geschiedenis der verschillende orden van monniken, over hetgeen tot derzelver bevordering, verbetering of vernietiging is ondernomen, over de gevolgen daarvan, heeft men hier een volledig werk. Men leest eene geschiedenis, welker waarheid door de opgave der bronnen, uit welke dit werk geput is, is gewaarborgd: maar 't is geene dorre geschiedenis; zij is pragmatisch behandeld, dat is, naar sander beredeneerd ten aanzien van oorzaken en gevolgen. Op den roem van onpartijdigheid mag dit werk aanspraak maken. Het nut, dat, somtijds en onder sommige toevalligheden, het kloosterleven had, de goede beginsels en oogmerken bij hetzelve, de verdiensten van sommigen in de monnikenorde worden er zoo wel in opgenomen, als het, zoo als van zelve spreekt, vol is van de zotheden en ondeugden, in de kloosters te voren of nog te huis. Daar krielt het van. Er had misschien (doch waarom ook?) wel wat van kunnen gemist worden. De keus, die deze schifting bepaalde, was echter moeijelijk. Van droefenis en afgrijzen zal men zich zoo min, als van lach en spot kunnen onthouden onder het lezen. Als het maar geene aanleiding geeft tot
onbetamende oneerbiedigheid jegens het ware en heilige van den Godsdienst! Maar, het beste kan altijd misbruikt worden, en sander's ernst is een heerlijk tegengift.