Studenten-Almanak. Jubeljaar. Te Leiden, bij L. Herdingh en Zoon. 1825. In kl. 8vo. 153 Bl.
De Leidsche Hoogeschool vierde in dit jaar haar Jubelfeest, en te regt heeft dan ook de Leidsche Studenten-Almanak thans een hoogtijdkleed aangetrokken; eene nieuwe fraaijere Minerva versiert den titel, en het boeksken zelf is lijviger dan te voren. Daar hetzelve zoo laat aan ons werd ter hand gesteld, hoopten wij in hetzelve een verslag van het Februarijgejubel te vinden; doch men schijnt dit voor den volgenden jaargang bespaard te hebben, ten einde ons niet twee zuivels op één brood te geven, daar men hier reeds eene beschrijving gaf van het deel, dat de Studenten genomen hebben in de plegtstatige viering van het Eeuwfeest van Leidens ontzet in Oct. 1824. Intusschen heeft men een regt hartelijk Studenten-Tafellied van tollens, ter gelegenheid van de 250ste verjaring der Akademie, opgenomen, dat door zijnen aanhef:
‘Schenkt in, schenkt, broeders! boordevol!
Zwiert hoog den beker rond!’
nog al aanleiding tot het ledigen van eene enkele flesch zal gegeven hebben. Behalve het vaststaande gedeelte in dit Jaarboekje, de Kalender, de Naamlijst der Hoogleeraren en Studenten, de opgave der Voorlezingen, en de Geschiedenis der Hoogeschool, vindt men hier ook wederom eenige Mengelingen, bijna alleen in poëzij, onder welke men wel geene meesterstukken, maar toch sommige regt goede en een enkel zeer geestig versje aantreft. Vooral de Uitboezeming na een bezoek bij het graf van borger, een nagelaten stukje van den vroeg gestorven' van der koogh, trof ons, en deed ons tevens, met een uitgebreider stukje van denzelfden: Zucht