Dank hebbe derhalve de Hooggel. Heer van breda voor de mededeeling van deze levensschets, tot welker vervaardiging hij het best was in staat gesteld, door de betrekking, die hem met den overledenen verbond. Eene lofrede is het niet, en men zou het geschrift ten onregte als zoodanig beoordeelen. Doch als levensschets hadden wij gaarne hier meerdere bijzonderheden van de eerste jeugd en ontwikkeling, en van het huisselijk leven van camper gevonden. Nu toch bestaat dit boekje grootendeels uit een verslag van de reizen van camper; en, waar wij geene uittreksels uit zijn dagboek ontvangen, bepaalt zich dit verslag dikwijls bij eene opnoeming der steden, door welke hij henen trok. De stijl is ons te afgebroken voorgekomen, en men mist hier en daar in denzelven eenen natuurlijken gang.
De druk van dit werkje is, gelijk wij van onze zuidelijke broeders gewoon zijn, zeer goed en fraai. Het lijstje der verbeteringen zou nog wel voor eene enkele vermeerdering vatbaar zijn geweest. Zoo leest men, b.v., bl. 12, de lucq, voor de luc.
In weerwil onzer aanmerkingen, herhalen wij onzen dank voor hetgeen wij hier ontvangen.