De Psalmen kortelijk opgehelderd, enz. IIde Stukje (tweede gedeelte.) Psalm XXXIV-XLI, door T.E. Mebius, Predikant te Beers en Jellum. Te Leeuwarden, bij J.W. Brouwer. 1823. In gr. 8vo. 136 Bl. f 1-10.
Eenige eenvoudige Leerredenen, door denzelsden. Te Sneek, bij F. Holtkamp. 1824. In gr. 8vo. VI en 159 Bl. f 1-25.
De eerwaardige mebius gaat, in het eerstgenoemde stukje, voort, op zijne wijze de Plalmen te behandelen; over welke wijze wij onze gedachten reeds in de Letteroeff. voor 1821 hebben gezegd. - Dat hij kort, klaar en zakelijk zijn kan, meenen wij te mogen opmaken uit het andere opgegevene bundeltje, waarin zeven Leerredenen, vrij ruim gedrukt, niet meer dan 159 bladzijden beslaan. De Schrijver denkt, dat dezelve aan sommige Lezers te kort zullen voorkomen, en geeft voldoende redenen van deze kortheid. Ons is zulks voorgekomen als eene wezenlijke aanbeveling. Wat den titel van eenvoudige Leerredenen betreft, dezelve schijnt uit het nederig denkbeeld te zijn ontsproten, hetwelk de Schrijver van dezelve had; zijnde hij zeer huiverig geweest, om dezelve uit te geven, dewijl er in dat vak zoo vele schoone stukken uitkomen. Eenvoudig zijn zij, doch niet plat, maar voor eenvoudig-verstandige Christenen tot leering en stichting zeer geschikt.