Verhandeling over het gebruik der plantaardige en dierlijke Kool, door C.M. van Dijk, Apotheker te Utrecht. Te Utrecht, bij O.J. van Paddenburg. 1824. In gr. 8vo. Behalve het Voorberigt, 73 Bl. f :-60.
Met genoegen doorlas Recensent deze welgestelde Verhandeling, waarin wij eene nieuwe bijdrage bezitten tot de toegepaste Scheikunde.
Zij is in drie Afdeelingen verdeeld. De eerste bevat eene korte litteratuur van het verhandelde onderwerp. De tweede behelst proefnemingen met de dierlijke kool, door welke derzelver ontkleurend, bederfwerend en bederfwegnemend vermogen gestaafd wordt. Belangrijk vooral zijn, met betrekking tot het laatste, de proeven, met het Amsterdamsche grachtwater genomen, bladz. 47 en volgg. De derde Afdeeling, eindelijk, geeft eenige opheldering aangaande de wijze, waarop de kool schijnt te werken. De Schrijver geeft hier aan de mechanische boven de chemische verklaring de voorkeur; hoewel hij bij het bederfwegnemend vermogen der kool eene meer zamengestelde werking aanneemt, en de chemische niet geheel schijnt buiten te sluiten.
Een ruim vertier van dit nuttig boeksken beloone den bekwamen Schrijver voor zijnen arbeid, en moedige hem aan tot meer dergelijke nuttige ondernemingen!