Eine gekrönte Preisschrift. Leipzig und Leiden. 1824. Gr. 8vo. 380 Seit. f 2-:
Nadat te Leipzig, in 1820, de Heer bretschneider zijne probabilia over den aard en den oorsprong van het Evangelie en de Brieven des Apostels Joannes in de Latijnsche taal had uitgegeven, vond men te Haarlem goed eene prijsvraag uit te schrijven tot wederlegging van dat geschrift; en de Heer crome heeft, door zijne Hoogduitsche beantwoording, den uitgeloofden prijs behaald. Hoedanig de uitschrijving geweest zij, weten wij niet, daar wij ons dezelve naauwelijks herinneren, en voor het bekroonde stuk staat geen voorberigt hoegenaamd. Het behelst alleen de verhandeling, zoo als dezelve was overgezonden en bekroond; ofschoon derzelver schrijver (bl. 9) had aangeboden, indien zijn stuk eene bijzondere opmerking en de openlijke bekendmaking waardig gekeurd werd, het gebrekkige daarvan aan te vullen en te verbeteren. De Heer crome, namelijk, had sedert eenigen tijd zijne aandacht op het geschrift van bretschneider gevestigd, en wenschte er eene wederlegging van te vervaardigen, toen hem, (bl. 7-9) toevallig en zeer laat, de uitgeschrevene prijsstof bekend werd. Door de kortheid des tijds was hij in de onmogelijkheid, om aan zijne wederlegging die uitvoerigheid en naauwkeurigheid te geven, welke hij wenschte. Ondertusschen heeft hij, volgens zijne eigene en gegronde verzekering, geene der gewigtigste en wezenlijkste twijfelingen van den Heer bretschneider onaangeroerd en onwederlegd gelaten. - Het zou ons geenszins verwonderen, indien de Heer crome zijne belofte nu op eene andere wijze, dan hij voorgesteld had, vervulde, en eene geheel omgewerkte wederlegging uitgaf. Echter was het stuk, zoo als het uitgegeven is, de uitgave en den uitgeloofden prijs allezins waardig, ter handhaving van de schriften, aan den Apostel Joannes toegekend, en zal hem, die meer op de zaken dan op de voordragt let, voldoening
verschaffen.