M. Tullii Ciceronis de re publica libri sex. Ad fidem codicis rescripti Bibl. Vaticanae primum editi ab Angelo Majo. Harlemi ex officina haeredum F. Bohn. 1823. 8vo. f :-80.
Ofschoon wij te lang reeds verzuimd hebben, van dit net en zindelijk uitgaafje verslag te doen, mogen wij het toch niet geheel achterlaten. Nog maar sedert drie jaren zijn deze belangrijke overblijfsels van cicero's boeken de Republica aan het licht gebragt, en er bestaan reeds eene menigte uitgaven van. Dat hierdoor, en door verscheidene geschriften, zoo wel van Juristen als van Philologen, over dezen ontdekten schat, de bibliographie op hare beurt een nieuw artikel gewonnen heeft, is wel niet aan den snuffellust onzer eeuw alleen toe te schrijven. Want er is niet weinig door de letterhelden der twee vorige eeuwen over het hoofd gezien, of liever der uitgave onwaardig gekeurd, waaromtrent de drukpers in onze dagen minder spaarzaam is, doch hetwelk waarschijnlijk in zijne editio princeps zal besloten blijven, en daarmede weder eens verdwijnen. Maar een werk van cicero, waarover hij zelf tevreden was, welks onderwerp allergewigtigst is, waaruit wij, behalve kleinere fragmenten, het beroemde somnium Scipionis kenden; dat bij de aankondiging van zulk een boek de nieuwsgierigheid ge-