sluit, waarmede het zoogenaamde Jubilé werd aangekondigd, en de uitgevaardigde bulle tegen de verdraagzaamheid en de verspreiding van het Bijbelwoord, mogen getuigen van de vreesselijkste verbittering tegen alles, wat Onroomsch is; de Jezuiten mogen het hoofd weder opsteken, en het beschaafd Europa nog
eenmaal voor ketterjagt doen vreezen, - zoo lang de Protestanten op deze wijze voortgaan, staan zij op vasten grond, en, daar eendragt magt maakt, loopen zij, in ons gezegend vaderland voor het minst, en onder de regering van onzen geëerbiedigden Koning, weinig gevaar; en, bovenal, zich houdende aan het Bijbelwoord, en de bijbelsche waarheid beoefenende in de liefde, mogen zij zich volkomen veilig rekenen onder de hoede van Hem, wiens rijk de poorten der hel nimmer zullen overweldigen.
De Voorrede van den Eerw. van heyningen hebben wij met het uiterst genoegen gelezen; dezelve wijst overtuigend aan, hoe men, bij broederlijke toenadering, zich thans van den Pauselijken zuurdeesem hoe langer hoe meer ontdoet, en hoe het de erkentenis en belijdenis der hoofdwaarheden en geenszins onverschilligheid is, welke de harten vereenigt; terwijl de belangstelling in die waarheden het best door Bijbel en bijbelsche uitlegging wordt levendig gehouden; en alzoo kan dan nimmer aan onverschilligheid, welke tot verloochening van het Christendom leiden zou, die overeenstemming worden toegeschreven, welke tot vereeniging leidt.
Wat nu het werk zelve betreft: van heyningen geeft ons hier wederom een leerzaam en stichtelijk huisboek, hetwelk alom overvloedige bewijzen draagt van zijne bekendheid ook met de nieuwste en beste uitleggers, van zijn oordeel en goeden smaak, en zijne geschiktheid om zich duidelijk en gemakkelijk uit te drukken; terwijl hij, die tevens vooral tot stichting en opwekking het Evangelie lezen wil, ook allezins reden vinden zal, om met de uitbreiding en uitlegging van dat van Lukas tevreden te zijn. Natuurlijk vinden wij nu en dan verwijzing op het reeds behandelde bij het Evangelie van