een of ander bepaald vak, b.v. van Ontleed-, Genees-, Oudheid-, Dichtkunde, enz. en zij kunnen, bij gebrek van een goed modern woord, met moeite, ja dikwijls geheel niet duidelijk gemaakt worden voor hem, die in dat bepaalde vak een vreemdeling is. Het moge bezwaarlijk zijn, hier de grenzen naauwkeurig aan te wijzen; maar het komt ons voor, dat de Heer van moock, uit zucht om aan zijn werk den lof van meestmogelijke volledigheid bij te zetten, in dezen wat al te ver gegaan is. De Zuidelijke natiën, en zelfs de Engelschen en Duitschers, kunnen zich b.v. het woord artériologie (de leer van de slagaders), hetwelk men bij van moock vindt, op even goede gronden toeëigenen, als de Franschen; maar zij zouden daarom nog geen regt hebben, hetzelve, als dadelijk tot hunne taal behoorende, in hunne gewone Woordenboeken op te nemen. Zulke woorden moesten hunne plaats vinden in werken, die bepaaldelijk aan een zeker vak zijn toegewijd. Waarom heeft de Heer van moock, als hij de volledigheid zoo ver wil uitstrekken, dan ook niet op het woord arthrocace het woord arthrokakologie laten volgen, (de leer van de verwrikking der leden), dat zoo veel door de Duitsche, en ook buiten twijfel door de Fransche Heelkundigen gebruikt wordt? Waarom vinden wij de ecriture phonétique, hiératique, démotique, enchoriale enz. enz. niet ook vermeld en opgehelderd? Bestaat er eene in de wetenschappelijke wereld aangenomene vertaling van kunstwoorden en schoolsche termen, zoo moet dezelve noodwendig opgegeven worden; en daarom verwondert het ons, dat de Heer van moock b.v. bij de woorden supra- en infralapsaire (waarvan hij de beteekenis niet zoo duidelijk omschrijft, dat het eigenlijk verschil tusschen beide
gevoelens uitkomt) niet de overzetting van boven- en onder-valdrijver gevoegd heeft. Dit woord behoort in de Hollandsche godgeleerde wereld even zeer thuis, als het woord supra- en infralapsaire in die der Franschen. Doch wij herhalen het, de grenzen zijn hier moeijelijk te bepalen, en wij erkennen gaarne, dat de Heer van moock en zijne medeärbeiders een allezins verdienstelijk en veelzins voortreffelijk werk geleverd hebben.
Wij prijzen dit Dictionnaire dus met ruimte aan, te meer, daar de Uitgever het aan een' netten, duidelijken en correcten druk niet heeft laten ontbreken.