Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825

Herinneringen uit het Leven der Predikantsvrouw van Meinau. Uit het Hoogduitsch van F. Jakobs, Hoogleeraar te Cotha. Te Leeuwarden, bij Steenbergen van Goor. 1823. In gr. 8vo. 313 Bl. f 2-80.

Wij kennen, uit vroegere geschriften van den Heer jakobs, de Pastorij te Meinau en derzelver lieve bewoners; en wie zal niet gaarne de oude, waardige vrouw Pastores nu nog eens in haren ouden dag hooren keuvelen over hetgeen haar zoo dierbaar was? en haar gekeuvel is inderdaad hoogstbelangrijk. De oude vrouw komt hier voor aan het eind van haar leven, terwijl hare kinderen nu volwassen zijn, hare taak afgedaan, en de waardige man reeds overleden. Zij begint met het ouderlijk huis en hare jeugd; zij spreekt van de vroegere geschiedenis van haren braven vader; verder van haren Sebastiaan, hoe hij over hare deur woonde, zijn eerste bezoek, en hoe eenvoudig en van zelve hij haar hart en hand won; voorts van haar huwelijk, en welke zalige dagen zij beleefde. In den lof van dien waardigen echtgenoot is zij vooral onuitputtelijk, en hij was ook waarlijk het model van eenen braven echtgenoot en waardigen leeraar van het volk. Met deelneming en met nut zal ieder jeugdig en voor zijn ambt gaarne levend Geestelijke deze herinneringen lezen. Maar de brave vrouw zelve is in ons oog niet minder bekoorlijk, en van goeder harte mogen wij haar aan

[p. 183]

het vrouwelijk hart ten voorbeeld aanprijzen. Der goede vrouw overkwam zoet en zuur, lief en leed; maar altijd is zij kalm, bedaard, geheelenal vrouw, vatbaar voor ieder huisselijk genot, en echt godvruchtig. Die het om avontuurlijke en ongewone gebeurtenissen te doen is, legge dit boek vrij uit de hand; het zal hem weinig vermaak geven. Maar die zich gaarne bevindt in den kring van waardige menschen, en vatbaar is voor huisselijk geluk, op achting en liefde gegrond; die gaarne, al lezende, menige les van levenswijsheid en godsvrucht opvangt, en gaarne aangespoord wordt en opgewekt, om te worden, die hij wezen moet, en het zielvol oog alzoo kalm verheffen wil tot eene hoogere en betere wereld, die zal in dit geschrift het aangenaamst onderhoud en overvloedige voldoening vinden. Maar, wij zeiden het reeds, de voortreffelijke bewoners van de Pastorij te Meinau zijn ons lezend publiek reeds van overlang bekend, en ieder weet het vooraf reeds, dat hij van dit aangenaam plekje gronds, door den Heer jakobs, niets, dan hetgeen voortreffelijk is, verwachten kan. In deze verwachting heeft dit boek, waarvan de vertaling in zeer goede handen viel, ons ook niet teleurgesteld.