| |
Geneeskundig Handboek voor beginnende Kunstoefenaren, enz. Door W.F. Buchner, Med., Chir. en Stads Dr. te Gouda. IIde D. 1ste Afd. 1ste en 2de St.
(Vervolg van bl. 118.)
Insgelijks zouden wij des schrijvers stelling, dat vooral een gelijktijdig gebruik der kwikbereidingen met opium te pas komt in alle soorten van passive ontstekingen, waar de vlug prikkelende geneesmiddelen, als de arnica, serpentaria, senega, campher en moschus, in het bijzonder zijn aangewezen, niet gaarne onbepaald voor de onze aannemen; even min als het gevoelen dier geneeskundigen, welke derzelver gebruik in alle soorten van passive ontstekingen, waar geene bijzondere tegenwijzingen gevonden worden, hebben aangeraden. Onder de menigvuldige schrijvers, welke over deze Hamiltonsche methode en derzelver aanwending bij innerlijke ontstekingen geschreven heb- | |
| |
ben, bekleedt, onzes oordeels, de eerste plaats de uitmuntende verhandeling van Dr. hägewisch, über die Anwendung des Quecksilbers in entzündlichen Krankheiten, in hufeland's Journal, 1809, 3 Stück, Art. 11, S. 49; eene verhandeling, waarin onder anderen ook de kern der door onzen verdienstelijken landgenoot van der sonden aan het publiek medegedeelde waarnemingen, over het uitstekend nut der kwikbereidingen in de febris puerperalis, vervat is; met één woord, in deze voortreffelijke verhandeling, welke in de handen van alle geneeskundigen behoorde te zijn, heeft die beroemde geneesheer ad liquidum betoogd, dat de kwikzilverbereidingen, hetzij dan met, hetzij zonder opium, onder de geneesmiddelen een der hoofdmiddelen uitmaken in alle de door dezen arts opgegevene redintegrerende ontstekingen, bij welke namelijk eene neiging tot adhesie en exsudatie plaats heeft; zoodat men thans veilig als een axioma in de geneeskunst kan aannemen, dat de
kwikbereidingen het hoofdmiddel uitmaken in alle exsudative ontstekingen, doch dat dezelve in de door dien geneesheer almede aangewezene destruérende ontstekingen, door hem verder in suppurative en gangrenescerende onderscheiden, doorgaans niet te pas komen; of, met andere woorden, deze schrijver heeft proefondervindelijk betoogd, dat de kwikzilverbereidingen aangewezen zijn, beide in stenische ontstekingen, doch na voorafgegane algemeene en plaatselijke bloedontlastingen, en in alle zoogenaamde nerveuse asthenische ontstekingen, waarin te groote prikkelbaarheid met gebrek aan de noodige veerkracht gepaard gaat; doch dat dezelve in rotachtige asthenische ontstekingen, waarin zwakte met verminderde prikkelbaarheid plaats grijpt, zeer zelden, zoo ooit, aangewezen zijn, en derzelver aanwending in deze gevallen vaak de rampzaligste gevolgen zouden kunnen te weeg brengen.
Voorts komt ons, onder verbetering, des schrijvers beslissende uitspraak, volgens welke de stelling, dat bij alle asthenische ontstekingen bloedontlastingen nadeelig zijn zouden, zekerlijk niet minder kwaad aan het mensch- | |
| |
dom berokkend heeft, dan die der vroegere geneesheeren, dat iedere ontsteking, zonder onderscheid, antiphlogistisch moest behandeld worden, een weinig overdreven voor, en vooral niet doelmatig in een werk, hetgeen ter handleiding voor mingeoefenden moet verstrekken; te meer, daar onze schrijver, zonder hun daaromtrent de minste verdere aanwijzing te verschaffen, met de algemeene aanmerking eindigt, dat beide uitersten te vermijden, en veilig tusschen dezelve heen te sturen, het meest van het verstand, de kunde en het oordeel van den geneesheer afhangt. Wij vinden ons verpligt, ten nutte onzer jonge, nog onervarene kunstbroeders, hier op te merken, dat de boven door ons uit de algemeene therapie van den grooten hufeland opgegevene regelen, nopens de meest doelmatige praktische behandeling van de somtijds bij het ziekbed plaats grijpende algemeene asthenie met plaatselijke stenie en vice versa, ook hier den besten gids opleveren.
Deze nu zijn de voornaamste bedenkingen, welke ons bij het lezen van 's mans algemeene beschouwing der ontstekingen zijn voorgekomen. Het bestek eener recensie gedoogt niet, den schrijver bij de verdere ontwikkeling dezer algemeene gronden in den loop dezer beide boekdeelen voet voor voet te volgen; wij zullen ons dus bepalen tot slechts eenige weinige aanmerkingen, welke zich in den loop van dit werk als 't ware aan onzen geest hebben opgedaan. Zoo is ons, b.v., bij de aanwijzing van de behandeling der herstellenden, na eene hersenontsteking, de gifte des te regt tegen de al te groote aandoenlijkheid en gevoeligheid van het zenuwgestel aangeprezene moschus, van II tot X greinen alle twee uren, wat te sterk voorgekomen; en wij voor ons zouden nog al beducht zijn, dat zulk eene groote gifte juist het tegengestelde onzer bedoeling zoude te weeg brengen, uit hoofde dat de ervaring ons leert, dat, ter vermijding van overprikkeling, de gifte der geneesmiddelen nimmer zeer groot moet zijn in alle gevallen, waarin vermindering van wer- | |
| |
kingsvermogen met ziekelijk vermeerderde prikkelbaarheid gepaard gaat.
Insgelijks zijn ons, in de door den schrijver, onder de rubriek van hardnekkige scrofuleuse oogontstekingen, bij voorkeur aangeprezene geneesmiddelen, de voorgeschrevene giften van de muriat. hydrarg. oxydulat. en het extr. aconiti wat te onbepaald en te hoog, ten minste voor zulke heroïsche middelen, in de handen van proevelingen voorgekomen. De vergiften zijn, wel is waar, blijkens de ervaring, in de hand van den kundigen arts, soms de voortreffelijkste geneesmiddelen, doch blijven echter altijd behooren onder de rubriek van heroïsche middelen, waarvan de onsterfelijke boerhave te regt zeide: abstine si methodum nescis. Op het voetspoor, derhalve, van dien grooten geneeskundige, zouden wij voor ons, indachtig aan de spreuk: eaute est mercandum cum cute humana, er nog al zwarigheid in vinden, om zulke middelen bij voorkeur aan te prijzen aan menschen, welke het doorgaans aan behoorlijke leiding ontbroken heeft, vooral bij hardnekkige scrofuleuse oogontstekingen, in welke gevallen er immers geen periculum in mora plaats heeft, en men doorgaans genoegzamen tijd heeft, om de hulp en bijstand van meer ervarene artsen te kunnen inroepen.
Wijders kunnen wij uit menigvuldige ervaring verzekeren, dat des schrijvers gevoelen, dat, zoo niet alle, toch op verre na de meeste ophthalmiën neonatorum prosapiae venereae zouden zijn, niet proefondervindelijk steek houdt; dat wij in onze praktijk zeer vele gevallen dier ophthalmie hebben aangetroffen, waarin geen de minste grond voor zoodanig een vermoeden voorhanden was, en wederkeerig vaak door het venusgif besmette pasgeborene kinderen zonder deze ophthalmie hebben waargenomen; en dat de door den schrijver aangeprezene roode mercuriaalzalf, ofschoon in een meer gevorderd tijdperk dezer ziekte zeer doelmatig en heilzaam, echter in het begin dezer ziekte niet algemeen bij alle kinderen zonder onderscheid is aan te raden; want dat dezelve, bij voor het overige ge- | |
| |
zonde, volsappige en vrij sterke kinderen in het eerste tijdperk der ziekte of te vroeg aangewend, verre van de genezing der ziekte te bevorderen, integendeel de verslimmering derzelve, ja soms het verlies van het gezigt, door overprikkeling, zoude te weeg brengen. Wij spreken hier uit ervaring, daar wij in onze praktijk meermalen ooggetuigen geweest zijn van de rampzalige gevolgen van zoodanig eene geneeswijze; en ofschoon wij ons geen geval herinneren kunnen, in welk wij verpligt waren de geneeskundige behandeling met het plaatsen van een of twee bloedzuigers aan de oogleden te beginnen, zoo beginnen wij echter, uit vrees van overprikkeling, in deze gevallen doorgaans onze geneeswijze met een watertje uit aq. rosar., aq. samb. en eenige greinen vitriol. album, naar bevinding van zaken al of niet met eenige druppels tinctura opii bedeeld, en besluiten naderhand onze geneeswijze met een soortgelijk zalfje, als door den schrijver wordt opgegeven. En daar wij nog altijd bij alle kinderen, bij welke in tijds onze geneeskundige hulp werd ingeroepen, in staat geweest zijn, om op deze wijze de
ziekte gelukkig te genezen en des lijders gezigt ongeschonden te bewaren, zoo durven wij ook met vertrouwen deze methode onzen jongen kunstbroederen aanprijzen.
De inwendige keelontsteking wordt door den schrijver verdeeld, 1mo, in de ontsteking der werktuigen voor het slikken, wederom door hem onderdeeld, 1mo, in ontsteking der keel, 2do in ontsteking van het hoofd des slokdarms, en 3tio in ontsteking van den slokdarm; en 2do in ontsteking der luchtpijp, weder door hem onderdeeld, 1mo, in ontsteking van het strottenhoofd, 2do in ontsteking van het ligchaam der luchtpijp, en 3tio in ontsteking van de takken der luchtpijp. Hij behandelt wijders ieder derzelve in het bijzonder, en verdeelt ze wederom in stenische active en in asthenische passive keelontsteking. Welk eene nuttelooze wijdloopigheid! Immers ware het buiten kijf veel doelmatiger geweest, om eerst de keelontsteking in het algemeen, ten opzigte van haar hoofdkarakter als
| |
| |
stenisch of asthenisch, te beschouwen, en dan deze algemeene beschouwing op de verschillende door de ontsteking aangedane deelen toe te passen. Op zulk eene wijze zoude de schrijver de duidelijkheid met de kortheid gepaard, zichzelven vele nuttelooze moeite bespaard, en alle overbodige herhaling van eene en dezelfde geneeswijze vermijd hebben. Voorts wordt in de angina maligna gangraenosa, in navolging der Noordamerikaansche geneesheeren, het gebruik der kwikmiddelen, onzes inziens, te ruimschoots aangeprezen, en gezegd, dat de hoeveelheid kwikmiddelen, die men toedient, zoo groot mogelijk zijn moet. Is, onder anderen, het door den schrijver te dezer gelegenheid opgegeven voorschrift van
‘R, Merc. dulc. gr. X-XL. |
Op. depur. gr. X. |
Sacchar. alb. dr. IJ. |
M.f. pulv., div. in X part. aeq. |
D. |
S. om de drie of vier uren een poeder,’ |
wel doelmatig in eene handleiding, hoedanig dit werk heet te zijn, voor mingeoefenden? en zijn zoodanige heroïsche middelen wel veilig toevertrouwd aan den heelmeester ten platten lande en ter zee; dat is, aan menschen, welke het, over het algemeen, aan behoorlijke leiding te hunner kunstvorming ontbroken heeft? Wij ontkennen geenszins, dat dusdanige middelen in enkele gevallen nuttig, ja zelfs noodzakelijk zijn kunnen; doch voor het algemeen gebruik komen dezelve niet te pas, en kunnen als zoodanig niet aangewend worden, zonder het leven zijner medemenschen roekeloos in gevaar te stellen.
Eveneens zouden wij zeer veel behoedzaamheid aanraden bij het aanwenden van het door den schrijver boven alle andere middelen de voorkeur toegekende voorschrift:
‘R, Rad. Arnic. unc. J. |
infunde c.s.q. Aq. serv. |
colat. unc. XIJ; adde |
| |
| |
Acid. Muriatic. oxygen. unc. β-J. |
Tinct. Myrrh. dr. IJ. |
Mel. Rosar. unc. IJ. |
D. |
S. om te gorgelen en in te spuiten,’ |
en onze jonge kunstbroeders raden van liefst met een Ʒβ tot Ʒ I acid. muriat. oxygenat. op dezelfde hoeveelheid van het decoctum te beginnen.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|