Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825

Wenken, Raadgevïngen en Herinneringen, over den omgang met het Vrouwelijk Geslacht, de keus eener Echtgenoote, Verloving, het Huwelijk en den ongehuwden stand; voor Landpredikanten, en die zich tot dezen stand vormen of gevormd hebben. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1823. In gr. 8vo. 96 Bl. f :-90.

Dit boekje is naar het Hoogduitsch van eenen ongenoemden door eene bekwame hand gevolgd, veranderd, hier en daar uitgebreid, en over het geheel meer geschikt gemaakt voor ons Nederland. Wij durven het gerust aan alle de zoodanigen aanprijzen, voor welke het, naar den titel, bijzonder is ingerigt. Het is in een' goeden stijl, zeer aangenaam geschreven. Van den ongehuwden staat is de Schrijver vooral geen vriend; het derde hoofdstuk: over den ongehuwden Landpredikant, is daarvan bewijs, en moet overtuigen. Den studerenden prijst hij den omgang met beschaafde vrouwen en meisjes ten sterkste aan, en te regt; maar hij ijvert, misschien wat al te sterk, tegen ernstige verbindtenis en verloving gedurende den Akademietijd, en zegt hier wel veel, dat volkomen waarachtig is, maar wij zouden hier vrij wat uitzonderen. Wij

[p. 156]

weten, dat eene vroege, ernstige verbindtenis van zeer veel zedeloosheid en verleiding terughoudt; en, aan het ‘fronte capillata post est occasio calva’ denkende, zouden wij een braaf Student liever raden, zich eene goede gelegenheid niet te laten ontslippen. Ook zagen wij in vele voorbeelden, dat zoodanige verbindtenis der studiën niet zoo nadeelig is, als de Schrijver meent; maar dat, integendeel, het zeker uitzigt op een huwelijk naar wensch tot gezette studie ten sterkste aanprikkelt. De aanwijzing: waarop een Landpredikant bij de keuze eener Echtgenoote letten moet, is voortreffelijk. Wij wenschen het boekje vele lezers en getrouwe behartiging.