Kinderlijke Gebeden, Lofzangen, en Dichtstukjes. Naar het Engelsch. Jezus zeide laat (,’) de Kinderkens tot mij komen (!’) Te Rotterdam, bij A. May van Vollenhoven. In 12mo. IV en 59 Bl. f :-60.
Sommige der hier voorkomende 34 stukjes zijn oorspronkelijk van die zich teekent M.V.; de overige zóó bewerkt, dat de Dichter de namen van ann en jane taylor, uit welker Hymns sor infant minds hij ze overnam, niet onder dezelve meende te mogen plaatsen.
Onmisbaar is dit boekje niet, dat spreekt van zelve; doch daarom behoeft het niet nutteloos te zijn. Er zijn regt lieve versjes in. Of echter dit boekje voor kinderen van verschillenden leeftijd, waarvan echter zeer jonge kinderen uitgesloten worden, juist passe, betwijfelen wij. Voor kinderen, die reeds eenig onderwijs in den Godsdienst ontvangen, schreef M.V., zegt het voorberigt. Maar, wie zijn, onder dezen, kinderen van verschillenden leeftijd? Voor hen, die reeds godsdienstig onderwijs krijgen, vonden wij veel te kinderachtigs, en die handjes, armpjes, knietjes behagen ons bij hen niet, zoo min als zij zich gaarne kindertjes hooren noemen, die reeds van Samuël's roeping weten, ezv. Van dat kinderachtige verschilt al te zeer hier en daar de, naar ons oordeel, te hooge toon, en de stijl, zoo wel als de denkbeelden, den kinderen toegekend. De smalle weg en de naauwe poort (bl. 42) bedoelt bij Jezus heel wat anders, dan