Tafereelen der Broosheid van het Menschelijk Verstand, of Karaktertrekken, Anecdoten en Bijzonderheden der Krankzinnigen, die zich tegenwoordig bevinden in het Bethlehems Hospitaal te Londen. Uit het Engelsch vertaald. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1824. In gr. 8vo. 304 Bl. f 2-75.
Onder dezen titel ontvangen wij een, naar ons oordeel, geheel nutteloos boek, en daarvan willen wij onze lezers waarschuwen. Tot overtuiging, dat er vele en onderscheidene gekken in de zothuizen zich bevinden, dat deze meer of minder boosaardig en gevaarlijk, of ook wel meer goedaardig en onschadelijk zijn, allen echter lastig, zijn deze berigten niet noodig, die meer of min uitvoerig, maar zelden bijzonder opmerkingwaardig zijn, en zeer zeldzaam ook de eerste oorzaak der zinsverbijstering opgeven. De vele psychologische en anthropologische nasporingen, voor den geneesheer en verkondiger van den Godsdienst nuttig, waarvan het voorberigt gewaagt, hebben wij wel ernstig gezocht, maar - niet gevonden. De topographie en de administrative inrigting des voortreffelijken Hospitaals (van 't welk eene afbeelding den titel versiert) heeft de vertaler teruggehouden, als NB! voor den Nederlandschen lezer van geen belang. Wij verschillen zeer van hem, want juist dit zouden wij voor belangrijk gehouden hebben; maar de gesteldheid der zotten in Engeland is op zichzelve, meenen wij, alles behalve belangrijk, immers zoo als die ons hier gegeven wordt. Vermakelijk mogen wij dit boek ook niet heeten; want wie, bij het aanschouwen van Tafereelen van 's menschen broosheid, zich vermaken kan, dien beklagen wij bijkans evenzeer, als de ongelukkige voorwerpen van zijne ongepaste scherts. In een land, waarin in het geheel geene zotten te zien waren, zou hetzelve misschien eenige waarde hebben, als eene rarigheid. Helaas! wat is de mensch! zegt de titel;