zofen! Plutarchus was een ander filozoof, gelijk onze landgenooten, die het Grieksch niet verstaan, uit dit boekje zullen merken. Het is een heerlijk onderwerp, en het heeft voor ons gevoel iets innemends, ook daardoor, dat het de eersteling van den arbeid is, door wyttenbach aan plutarchus besteed. De Rector groen, reeds gunstig bekend door het vertalen van een ander stuk van plutarchus, heeft het lezend publiek een' grooten dienst bewezen, door hetzelve ook dit voortbrengsel van den uitmuntenden Griek te schenken. Hij heeft bij de overzetting alleen den Griekschen tekst gevolgd, en alle moeite aangewend, om den kernachtigen zin van plutarchus, zonder te groote stijfheid, in onze moedertaal getrouw weder te geven. Door dat getrouwe missen wij hier en daar wel eens eene zekere vloeibaarheid en losheid, welke echter het doorgaande kenmerk van het oorspronkelijke ook niet is. Onder den tekst geeft de Heer groen, bij moeijelijke plaatsen, nu en dan, rekenschap van lezingen en gissingen, welke hij gevolgd heeft. De manier, op
welke hij bl. 42 is te werk gegaan, beviel ons zeer. De achter het werkje gevoegde aanteekeningen, strekkende tot opheldering van verscheidene aanhalingen van personen, gebeurtenissen en gewoonten der oudheid, komen ons zeer doelmatig voor, en getuigen van des schrijvers belezenheid en smaak, ook in moderne litteratuur.
Wij durven den Rector wel aanmoedigen, om zijne krachten verder aan een en ander stukje van plutarchus te beproeven. Als wij dit doen moesten, zouden wij ons een weinig minder binden aan de lange volzinnen van het oorspronkelijke, en waar dat zeide ik en zeide hij voorkomt veranderen, door de namen der sprekende personen er voor te zetten. Ook zouden wij korte, maar duidelijke aanmerkingen, noodzakelijk tot opheldering van den tekst, onder den tekst zelven plaatsen.