vestigde wel den dood, of zoo men wil den moord, des ongelukkigen Marskramers, maar bragt de daders niet uit.
Intusschen ontdekte men, bij de schouwing, in deszelfs linkerhand, die krampachtig gesloten was, een' knoop, die, aan het kleed des Schoolmeesters, waaraan er een van dezelfde soort ontbrak, getoetst, weldra bleek, aan hetzelve ontscheurd te zijn. Reeds heimelijk ontrust door het geval van het geheimzinnig briefje, stond deze man op ééns verstomd op het aanschouwen van een zoo onverwacht bewijs van schuld, en kwam tot eene bekentenis, welke die zijns medestanders en beider veroordeeling ten gevolge had. - De beide moordenaars ondergingen te Aberdeen hunne straf, met vele blijken van berouw.
Weldra helderde zich nu ook het voorgevallene met het geheimzinnig briefje en deszelfs verdwenen schrift op, door de verklaring van hem, die alleen in staat was, dit raadsel op te lossen. - Des Predikants knecht, een knap jongman, maar uiterst schroomvallig van aard, had, denzelfden avond van het plegen der gruweldaad, heimelijk de pastorij verlaten, om een meisje te bezoeken op eene landhoeve, op eenigen afstand van de stad en van den rijweg. Hij was, terugkomende, onderweg getuige van het feit, herkende de moordenaars, maar hield zich schuil, den moed niet hebbende om het slagtoffer te hulp te snellen. Tot zijnen meester wedergekeerd, bragt hij een' slapeloozen nacht door. Hij kon niet van zich verkrijgen, zulk eene misdaad te verzwijgen; maar de vrees, zich, van den kant der bedrijvers, aan gevaar bloot te stellen, belette hem, als ontdekker op te treden. Hij besloot alzoo, het voormelde briefje te schrijven, en hetzelve in den Bijbel zijns meesters te schuiven; maar naauwelijks was deze ter kerke gegaan, of het berouwde hem, zoo ver te zijn gegaan; zijn schrift kon herkend, hij in de zaak betrokken worden; en wat hadde hij niet te duchten van den Koster en den Schoolmeester, indien het hem, als éénigen getuige, eens niet gelukte, het feit te bewijzen! Deze gedachten bewogen hem, het briefje terug te nemen; het was hem genoeg, dat men het gelezen had, en, terwijl zijn meester aan tafel zat, verruilde hij zijne met zoo veel omzigtigheids opgestelde verklaring voor een stuk wit papier; en eerst na de teregtstelling der misdadigers waagde hij het, deze geschiedenis op te helderen.