| |
Nadere aanprijzing van de zwavelbaden te Bentheim. Door E.J. Thomassen a Thuessink.
Men zal het mij, hope ik, niet ten kwade duiden, dat ik het Nederlandsch Publiek wederom lastig valle met eene nieuwe aanprijzing der Zwavelbaden van ons naburig Bentheim. Gedurig heb ik over deze baden van alle kanten navrage. Sommigen zijn niet voldaan over de badcuur in het verleden zoo zeer ongunstig zomersaizoen. Anderen hebben in weinige weken hulp en genezing verwacht van oude en ingewortelde kwalen, die of voor geene genezing meer vatbaar waren, of ten minste daartoe maanden en zelfs jaren noodig hadden. Eindelijk is men algemeen van begrip, dat deze baden alleen voor rheumatieke en jichtige zieken dienstig zijn. Dit een en ander heeft mij dan ook doen besluiten, om nog eens aan het dringend verzoek van den Bronärts, den Med. Doctor plagge, te voldoen, door een uittreksel uit zijn berigt van 1823 mede te deelen, en tevens het een en ander omtrent het nut dezer baden, ook in andere ziekten, aan te merken. Immers zoude het mij leed doen, dat eene nieuwe inrigting, met zeer groote kosten door den Vorst gemaakt, welke vooral voor ons land zoo belangrijk is, door misverstand, en ook mogelijk door naijver, derzelver heerlijk doel zoude missen.
In de eerste plaats moet ik hier opmerken, dat ik deze bron niet wil aangeprezen hebben in verouderde en verstijfde jichtziekten, welke ik oordeele, dat in natuurlijke
| |
| |
heete zwavelbaden, als Aken en Borscheid, of te Wiesbaden, hulp moeten zoeken; maar dat ik deze bron boven de gemelden verre zoude verkiezen in minder hevige en minder verouderde rheumatieke en jichtige toevallen, die over het geheel de verhittende en prikkelende werking der heete baden niet verdragen, maar zeker en spoedig hersteld worden door het gebruik van het zacht werkende Bentheimer water, hetwelk het gestel niet aanzet en overprikkelt, maar eene zachte uitwaseming bevordert, en de atonie of zwakheid der huid wegneemt. Dit verhindert echter niet, dat ook soms verouderde jichtpijnen en verstijvingen der ledematen door deze baden hersteld worden. De Heer plagge meldt, dat, niettegenstaande het zeer koude en ongunstige weder in den verleden zomer (1823), er niettemin zeer gunstige genezingen hebben plaats gehad. Onder anderen was een voermansknecht met eene gezwollene en verstijfde knie in drie weken volkomen door het bad genezen. Hij merkt hierbij te regt aan, dat, wanneer ieder jaar verscheidene jichtige zieken het bad wederom verlaten, zonder dat zij veel door hetzelve gewonnen hebben, men dit te onregt aan werkeloosheid van het bad toeschrijft; maar dat men het daaraan moet toekennen, dan zij het bad dàn eerst bezoeken, wanneer reeds alle hunne leden door de jicht gezwollen, verstijfd en krom gebogen zijn; - dat in dit geval het bad wel het éénig overblijvend middel is, hetwelk met mogelijkheid nog hulp kan aanbrengen; maar dat men dan ook hetzelve eenige jaren na elkander moet bezigen, en, naar huis gekeerd zijnde, deze cuur, zoo door bijzondere werktuigen, als door andere middelen, moet ondersteunen; - dat diensvolgens hiertoe tijd, geduld, en volharding in de aanwending der noodige middelen, vereischt worden; - dat het eene geheel andere zaak is, indien de ziekte slechts één of anderhalf jaar geduurd
heeft, wanneer men met de grootste waarschijnlijkheid kan verwachten, door het gebruik dezer baden, hersteld te zullen worden.
Wij hebben in het voorgaande stukje gezien, dat deze baden eene uitnemende werking deden in verlammingen.
| |
| |
Niet zelden ziet men dezelve na een hevig rheumatismus; en ik heb, helaas! meer dan eens, ondanks alle aangewende middelen, daaraan mijne lijders zien omkomen. In deze bijna hoopelooze gevallen is het natuurlijk zwavelbad het éénige middel tot herstel, en meer dan één hebben reeds de uitnemende werking der Bentheimsche baden daarin ondervonden.
Intusschen bepaalt zich hiertoe de kracht dezer baden niet; maar zij zijn ook in verlammingen uit andere oorzaken nuttig. Een meisje van ongeveer 24 jaren had, in 1823, na eene zenuwkoorts, eene volkomene verlanming van beide voeten behouden, waardoor zij niet in staat was, den eenen voet voorbij den anderen te zetten. Zij kwam vol vertrouwen de hulp van dit bad bezoeken, die zij te vergeefs sedert verscheidene weken van andere middelen had verwacht. Nadat zij één bad had gebruikt, was zij wederom in staat, zonder eenige ondersteuning, van het bad naar Bentheim (een kwartier uur gaans) terug te wandelen, en het wagentje zelve te trekken, waarmede zij naar het bad gevoerd was. Deze schielijke genezing scheen zoo wonderbaar, dat de badgasten eerst de echtheid dezer genezing in twijsel trokken.
Er zijn geene ziekten, waarin zoo wel het inwendig gebruik van het zwavelwater, als het uitwendig aanwenden der zwavelbaden, zoo zeer is aangewezen, als in de rheumatieke of langdurige huidziekten. Wanneer wij de Schrijvers over deze ziekten inzien, vinden wij, dat allen daarin overeenkomen, dat zwavel net middel is, hetwelk, over het algemeen, als het werkzaamste daarin wordt aangeprezen. De beroemde Fransche Geneesheer alibert, die, in het groote Hospitaal St. Louis, te Parijs, dagelijks eene menigte huidziekten van allerhande soort behandelt, is uitbundig in den lof der zwavel in alle deze ziekten. Nu is er zeker geen vorm, waarin de zwavel fijner ontbonden en verdeeld is, en gemakkelijker met onze vochten kan vereenigd worden, dan in het natuurlijk zwavelwater. Het is dan ook hierom, dat
| |
| |
de zwavelbaden van Aken, Nendorf enz. zoo zeer in deze ziekten zijn aangeprezen.
Het verwondert mij, zegt de Heer plagge, van jaar tot jaar, dat het zwavelbad te Bentheim door zoo weinige lijders wordt bezocht, die met huidziekten bezet zijn, daar toch zonder tegenspraak het gebruik der zwavelbaden niet alleen een zeker, maar ook bijna het eenigste middel is, hetwelk deze ziekten, zonder nadeelige gevolgen voor de gezondheid, geneest. (Wij zullen het algemeene van dit gezegde daarlaten: alleen moet ik opmerken, dat, door de Nederlandsche zindelijkheid, en ook vooral sedert eenige jaren, waarin men meer bij kinderen op de huidcultuur oplettend geworden is, deze ziekten bij ons minder algemeen zijn, en de chronische uitslagen, b.v. dartres, bij ons minder dan elders gevonden worden.) Ik zal nu, zegt de Heer plagge, slechts één geval van genezene huidziekte opgeven, vooral om te bewijzen, dat de genezing dezer ziekten gemeenlijk verbonden is met eene evenredige verbetering der gezondheid des geheelen ligchaams, daar de behandeling dezer ziekten door andere geneesmiddelen dikwijls ten nadeele der overige gezondheid uitloopt. Een heer van omtrent 30 jaren leed reeds sedert twee jaren aan eene drooge dartre op onderscheidene deelen des ligchaams, voornamelijk op de armen: min of meer was zijne gezondheid daarbij aangedaan; hij had bijna allen eetlust verloren; hij was bleek, en altijd vermoeid. Deze zieke werd niet alleen binnen vier weken van zijne dartres bevrijd, maar verliet ook het bad volkomen gezond.
Ofschoon, sedert de algemeene inenting der Vaccine, de scrophuls, of klierziekte, bij kinderen overal in ons land minder algemeen geworden is, is dezelve, helaas! nog overvloedig genoeg voorhanden. Onderbuiksverstoppingen, en daardoor veroorzaakte dikke buiken, bij kinderen, klieren aan den hals, en bij oudere, als de ziekte in de jeugd niet genezen wordt, de scrophuleuze tering, en dan ook de Engelsche ziekte, worden nog maar al te veel bij ons gevonden. In deze ziekten heeft men
| |
| |
reeds lang de zwavel met zeer veel nut gebruikt, zoo als dit door onzen beroemden van der haar, en door van kortum (de vitio Scrophul. p. 48), is opgemerkt. Veelmeer zijn de zwavellever en de natuurlijke zwavelbaden door selle, stoll enz., als uitnemende middelen tegen deze hardnekkige ziekte, aangeprezen.
Dit jaar (1823) kwamen drie aanmerkelijke gevallen van klierziekte bij kinderen voor. Een der kinderen was elf jaren, het andere negen jaren oud. Beide leden door erfelijke dispositie aan klierziekte, welke zich openbaarde door eene zwelling der bovenlip en der onderkaaksklieren, verzeld van een korstachtig uitslag aan de kin. Beide kinderen hadden reeds sedert verscheidene jaren de meest geschikte geneesmiddelen, onder de zorg van kundige Geneesheeren, gebruikt, doch zonder eenige uitwerking. Het gebruik der zwavelbaden, gedurende drie weken, nam niet alleen de uitwendige toevallen dezer ziekte weg, maar maakte ook, dat zij veel gezonder en met eene blozende kleur het bad verlieten. Het derde kind, een meisje van omtrent vijf jaren, was reeds sedert een' geruimen tijd door de scrophulziekte aangetast, welke vooral de onderkaaksklieren, de bovenlip en de oogleden had aangedaan. Zij had het meeste ongemak van een' sterken traanvloed, met eene krampachtige zamentrekking der oogleden, welke haar het openen der oogen belettede, zoodat zij den ganschen dag in een' donkeren hoek der kamer moest doorbrengen. Na eenige dagen het bad gebruikt te hebben, en door omslagen van krampstillende kruiden op de oogleden, opende zij de oogen, en begon met de andere kinderen te spelen. Dit kind was ook binnen drie weken hersteld; de onderbuik en bovenlip waren niet meer gezwollen, en de oogen genoegzaam van alle ziekelijke aandoening bevrijd.
Behalve de scrophulziekte, houde ik als een der beste middelen ter herstelling der gevolgen van metaalvergiftigingen het uit- en inwendig gebruik van deze bron. Hahnemann heeft de zwavellever als het zekerste middel daar- | |
| |
tegen aangeprezen. Ik zoude de zwavelbaden zeer aanraden tegen de gevolgen van het loodkolijk, en de verlamming, zoo wel door het lood van de regenbakken, als, bij de loodwitmakers en de vergulders, door het kwik veroorzaakt.
Eindelijk kan dit bad uitnemend nuttig zijn in de ongemaaken, door aanbeijen veroorzaakt, wanneer hetzelve door een kundig Geneesheer wordt bestuurd. |
|