| |
Kort overzigt van een reisje van Utrecht naar Baarn, in het najaar van 1823.
(Vervolg en slot van bl. 291.)
De Tapijtfabrijk gevestigd zijnde in het bekoorlijk dorp Baarn, bij Soestdijk, slechts ½ uur gaans van het Lustslot van den Prins van Oranje, zoo is daaruit reeds gemakkelijk af te leiden, dat dit niet weinig bijdraagt, haar hoe langer hoe meer te doen onderscheiden te meer, daar zij den ganschen zomer door hooge personaadjen en de aanzienlijkste lieden van ons en andere landen dagelijks bezigtigd wordt.
| |
| |
De heldere rivier de Eems, (met zoet water) die zich in de Zuiderzee uitstort en dit dorp bezoomt, maakt de verzending harer voortbrengselen en ontvangst der grondstoffen gemakkelijk en min kostbaar, en brengt haar onmiddellijk met alle groote steden in verbinding. Dezelfde stroom biedt nog daarenboven dit onwaardeerbaar voordeel aan, dat zijn helder en zuiver water volkomen geschikt is, om aan de in de fabrijk met de schoonste en fijnste kleuren geverwde garens, wanneer die in hetzelve gespoeld worden, een' schitterenden en vasten metaalgloed bij te zetten, die aan dezelve eene geheel eigenaardige en onnavolgbaar bekoorlijke tint geeft.
Deze fabrijk is van de voor haar noodige en doelmatig ingerigte gebouwen ten volle voorzien. Zij bezit eene groote, met goede verfketels (à la rumfort) voorziene verwerij, waarin men de luisterrijkste, echtste en vastste kleuren, naar de beste, voordeeligste en nieuwste scheikundige systema's, verwt. Hiermede is verbonden een klassiek gerangschikt verfmagazijn en proefkabinet, volgens hermbstädt, trommsdorff, dingler, bancroft, buchner, kurrer, chaptal, berthollet, david, götling, kasteleyn, klaproth enz., benevens alle de tot eene volmaakte verwerij benoodigde werktuigen en gereedschappen.
Zij heeft ook eene alleruitmuntendste werkplaats, om alle de voor de fabrijk benoodigde getouwen en andere werktuigen van hout, koper, ijzer enz. zelve te kunnen vervaardigen, en, door eene werkzame en behoorlijke reparatie, in een' goeden en steeds gangbaren staat te onderhouden; zijnde deze mechanische werkplaats voorzien van keurige, accurate draaibanken, verdeelplaten, radsnijmachines, regtlijnige en circulaire verdeelmachines, waarmede men zelfs Micrometers en astronomische tijd- zoo wel als lengte-metende werktuigen verdeelen kan. Zij bezit glasblazers-tafels, gieterij en smederij, in één woord, alles, wat er vereischt wordt, om machines en gaande werken, hoe ook zamengesteld, te kunnen vervaardigen.
Zij is de eenigste Tapijtfabrijk in Nederland, die in alle soorten van tapijten, zoo wel ordmaire, als magnifieke en superieure rijke weefsels, werkende is. Zij heeft in hare magazijnen een' zeer rijken voorraad van ongesnedene en gesnedene of gevelouteerde tapijten, tapijtranden enz., bestaande in een assortiment van meer dan 450 in smaak uitmunten- | |
| |
de desseinen, en ieder van deze wederom in stukken van verschillende, allen schoone en duurzame kleuren; tapijtranden en haardkleeden met gesneden perk- en bloemwerk op een' ongesneden grond en haut-relief, Schotsche, gechineerde, Jaspé, Venetiaansche en Gonjé-tapijten, randen, karpetten, gangkleeden enz., in het algemeen van de brillantste tapijten tot aan de geringste soorten, welke allen tot zeer matige, doch vastgestelde prijzen verkocht worden. Ook worden bestellingen aangenomen op perktapijten (en médaillon), tapijten met naamtrekken (chiffres), familiewapens enz., naar gegevene teekeningen en afmetingen.
Zij bezit, behalve het vermelde, ook eene volledige verzameling van keurige werktuigen tot het vlaken, snorren, schrobbelen, kaarden, voorspinnen, spinnen, haspelen, doubleren, twijnen, kwadranteren, meten en wegen der schapenwol, geheel naar de Engelsche wijze van richard arckwright ingerigt. Ook heeft zij een uitmuntend, zeer zeldzaam en geheel volledig assortiment van de zinrijkst uitgedachte werktuigen tot het vervaardigen van machinaal bewerkte kaarden, dienstig tot het schrobbelen van koehaar, zoo wel van de wol als van het katoen; makende deze garnituren van werktuigen gezamenlijk eene volmaakte fabrijk op zichzelve uit, zoo als er geene in de Noordelijke provinciën van Nederland gevonden wordt.
De noodige teekeningen, waarnaar de kleeden en tapijten geweven worden, worden vervaardigd door jonge, in de fabrijk zelve gevormde, kunstenaars. Zij teekenen dezelve in eene opzettelijk daartoe voorhanden zijnde desseinkamer in het gebouw der fabrijk. Ik had het genoegen, bij de 500 der fraaiste en elegantste teekeningen als modellen te mogen zien, allen vereenigd in rijke en elegante portefeuilles met verguid marokijn-lederen banden. Sierlijkheid en kunst gaan dus ook hierin hand aan hand. Deze teekeningen worden door deze jonge kunstenaars op geruit papier aangewezen, juist op die wijze, waarnaar het weefgetouw hare technieke inrigting stelt, en ze vervolgens met volkomene juistheid vervaardigt. Voor deze stellingen op het weefgetouw bezit de fabrijk een geheel eigen werktuig, ten einde zulks op de doelmatigste en meest naauwkeurige wijze te kunnen daarstellen. Deze nieuwe inrigting is een geheim, en overtreft alles, wat tot hiertoe in de fabrijken, op de gewone wijze, in gebruik is.
Ik heb ook van deze jonge kunstenaars schoone etswerken
| |
| |
op koperen platen gezien, waardoor een aantal desseinen in plaat worden overgebragt, ten einde de meerdere moeijelijkheid tot vervaardiging van zoo vele teekeningen te ontgaan, en van de juistheid der modellen verzekerd te blijven; zijnde zij aan den Heer karel portman, zoon des vermaarden Graveurs l. portman, deze kunst verschuldigd, die, uit vriendschap voor den Directeur, deze jonge lieden daartoe gratis opgeleid heeft. De uitvoering is keurig, verdient allen lof, en strekt weder ten bewijze, dat zoodanige fabrijken ook wezenlijke kweekscholen voor de kunst zijn. Men heeft zelfs deze sabrijk tot zulk eene volmaaktheid gebragt, dat gelijkende portretten hier kunnen geweven worden, indien het werk, voor de meer kunstige inrigting van het weefgetouw, naar evenredigheid betaald wordt.
Zeer veel zoude ik nog over de bijzondere belangrijkheid dezer fabrijk kunnen zeggen; ik voeg hier echter alleenlijk nog bij, dat de voortreffelijkheid en roem harer voortbrengselen meer dan voldoende bewezen zijn in de werken, die zij op het Lustslot te Soestdijk, in het Koninklijk Paleis te 's Gravenhage, bij het aanzienlijkst Publiek, en inzonderheid bij de laatste Tentoonstelling in de maand Augustus 1820 te Gent heeft geleverd, bij welke laatste de Heer cohen het eermetaal, door eene prachtige Medalje, verworven heeft, gelijk hem ook eene zilveren Medalje, in 1815, door de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij te Haarlem, voor zijne machinale Kaardenfabrijk, is toegewezen geworden.
Bij zoodanige verdiensten mag met regt nog gevoegd worden de zeer menschlievende instelling van het onderling Verplegingsfonds der Werklieden, waartoe ook de gelden, door bezigtigers der fabrijk in de ziekenbus gestort, gebruikt worden; want de aanneming van gelden bij de bezigtiging, buiten dit prijsselijk doeleinde, is verboden, volgens de inrigting der Policie, tot dezelve betrekkelijk. Dit weldadig plan is ingerigt en geredigeerd door den Heer h.m.e. cohen van baren, Zoon van den Directeur dezer fabrijk, die het vak der weverij en verwerij, als ook de teekenaars, adjungerend bestuurt. Door ieder persoon (deelhebber) wordt wekelijks 2½ procent van zijne zuivere verdiensten gestort, in heele en halve cents te berekenen. Deze inrigting wordt, onder het toevoorzigt van den Directeur der Baarnsche Tapijtfabrijk, bestuurd door vijf personen, door deelhebberen bij meerderheid van stemmen gekozen, van welken alle drie maanden
| |
| |
één afgaat. Aan derzelver zorg is toevertrouwd de uitreiking van geld aan den zieken deelhebber, deszelfs vrouw, kinderen, of weduwe, welke tevens, buiten dezen bijstand in geld, de verstrekking ontvangen van de adsistentie van Doctoren, Chirurgijns, ja zelfs, des noods, van Professoren, en de medicamenten, door hen voorgeschreven, waaronder ook zijn begrepen alle chirurgicale bandages, linnen windsels, zwachtels, enz.; terwijl het meer dan benoodigde geld gestort wordt in de spaarbank van het Departement der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen te Utrecht. - Waarlijk, zoodanige inrigtingen, waar ook menschlievendheid voor ongelukkige werklieden zich met ontwikkeling tot nijverheid voor algemeene welvaart verzustert, mag wel voor andere fabrijken als een voorbeeld ter navolging verstrekken.
Met het gevoeligste genoegen verliet ik deze zoo hoogstbelangrijke Noord-Nederlandsche inrigting. Hoogstwenschelijk ware het, dat deze fabrijk een meer geëvenredigd debiet verkrijgen mogt, naarmate van hare inwendige kracht van werking. Met dezelfde werktuigen, thans voorhanden, is men in staat, veel meer te fabriceren, dan tot hiertoe plaats heeft; wordende men door gezegde reden daarvan teruggehouden. De invoer van uitheemsche, Smirnsche, Engelsche en andere tapijten legt de grootste hindernissen in den weg voor den bloei der Nederlandsche Tapijtfabrijken. Een verbodsstelsel is niet ten eenemale genoegzaam, om deze zwarigheden uit den weg te ruimen. Iemand van vermogen, die zijne voorwerpen van weelde betalen kan, laat zich niet dwingen. Indien hij dezelve hebben wil, zal geene belasting van 30, ja 50 procent op den invoer hem daarvan terughouden. De hoofdzaak komt hier op een echt Nederlandsch hart aan, om de takken van Industrie en welvaart van zijn Vaderland, vooral wanneer zij tot eenen gelijken trap van volmaaktheid als buitenlandsche fabrikaten gebragt zijn, zelve te helpen bevorderen, en, door het toebrengen van debiet aan inlandsche fabrijken, deszelfs bloei en luister te helpen verhoogen. Hieraan zou de krachtdadige ondersteuning van het Gouvernement, de versiering der publieke gebouwen alleen uit inlandsch fabrikaat, enz. maar, meer dan dit alles, zouden onderlinge verbindtenissen van gegoede Ingezetenen en vermogende lieden hieraan onbedenkelijk veel kunnen toebrengen.
Eene soortgelijke vereeniging bestond reeds in den jare 1817 in de Zuidelijke Departementen van dit Rijk, onder directie
| |
| |
van den Heer lausberg te Brussel, waardoor de naijver der fabrikanten ten sterkste geprikkeld wordt. Wat de tapijten van Baarn betreft, moet men erkennen, dat derzelver qualiteiten, reeds nu, veel steviger, beter en met meer smaak, dan die der buitenlanders, zijn; echter verzekerde mij de Directeur, dat, wanneer hij niet door buitenlandsche concurrentie verhinderd werd, om met meerdere en zijne volle krachten te werken, zij zeker (door dat het Etablissement het sonds meermalen zoude kunnen omzetten) de prijzen nog veel meer konden verminderen, en waardoor de qualiteiten, in plaats van te lijden, zelfs, zoo het mogelijk ware, nog verbeteren zouden. Het blijkt derhalve klaar, dat ware Nederlandsche vaderlandlievende verbindingen van particulieren, tot instandhouding van dergelijke nuttige en weldadige ondernemingen, veel, ja alles zouden bijdragen, en de nationale welvaart de weldadigste uitkomst zoude ondervinden, wanneer in 't algemeen, door het Publiek, zoo gedacht en gehandeld werd.
Mogen de respective Heeren Deelhebbers, en de genievolle, achtingwaardige Heer Directeur cohen, de rijkste zegeningen en vaderlandsche belangstelling in deze fabrijk ondervinden! Dit zal voor mijn hart een innig welgevallen, en tevens een waarborg zijn voor de gelukkige toekomst, waarop Nederland, bij toenemende Industrie, en ook vooral van Nationaliteit, te hopen heeft.
Ik vernam nog, dat de Heer j. hartman Mededirecteur van de fabrijk, en houder is van het Hoofdmagazijn te Amsterdam; dat deze, door zijn verlicht oordeel, orde en werkzaamheid (de ware steunpunten van het welvaren eener fabrijk) in alles, wat aan deze inrigting luister kan bijzetten, zich loffelijk onderscheidt; dat hij een man van onvermoeide vlijt en beproefde braafheid is, hebbende ook een wezenlijk commercieel nut te weeg gebragt door zijne vlijtige en naauwkeurig bewerkte Herleidingstafels, enz.
Mij werd ook berigt, dat de Heer j.a. van dapperen alhier Schoolonderwijzer was; een verdienstelijk kweekeling van de Heeren van den en de en prinsen; hebbende zijne leerlingen een der Examens afgelegd in tegenwoordigheid van den Prins van Oranje. De zangkunst wordt ook hier, naar de bevattelijkheid der kinderen, door hem doelmatig onderwezen.
Mijn hart gevoelt eene dankbare aandoening bij de verbete- | |
| |
ring van het Nederlandsche Schoolwezen. Het is daarin een voor- en toonbeeld van het beschaafde Europa. Ik belijde gaarne, in mijne jeugd, zulk een onderwijs niet te hebben genoten, en dat vele van het jeugdige geslacht reeds kennis dragen van zaken en kundigheden, beter dan ik. In vervolg van tijd zal Nederland en de beschaafde wereld, in het tegenwoordige en de volgende geslachten, er de zegeningen van ondervinden. Het blinde vooroordeel moge nog worstelen met de nietige bedenking, dat de volmaking van merschelijke kennis en geest, voor de zoogenaamde lagere volksklasse, onnoodig is; eenmaal zal die slagboom worden opgeheven, en de weldadige stralen van de zon der ware en verstandige verlichting doorbreken.
Ik stond reeds op mijn vertrek, toen ik vernam, dat hier korteling ook nog eene Papierbehangselfabrijk is opgerigt. Al weder een nieuwe tak van Volksvlijt voor Baarn. Ik spoedde mij dadelijk derwaarts. De eigenaar daarvan is de reeds genoemde Heer h.m.e. cohen van baren. De Franschen erkennen, dat zij de voortreffelijkheid in dit vak verschuldigd zijn aan het toeleggen op teekening. Wie zal zulks tegenspreken? Naarmate de rijkheid van voorwerpen en voldoening aan onderscheidenen smaak, die toch onder de menschen zeer verschillend is, in eene fabrijk menigvuldiger zijn, des te meer heeft zij ook op een bestendig debiet te hopen. Het sieraadteekenen voor Behangselfabrijken levert dus een uitgebreid veld op voor jonge kunstenaars, en aan dezen ontbreekt het Nederland niet.
De stalen der behangsels, die ik gezien heb, hadden de schoonste kleuren. De bloemen bovenal zijn met de grootste naauwkeurigheid naar de Natuur bewerkt, zoo als ook beroemde Kunstschilders hebben erkend. De rooskleur, die overal en altijd in behangselpapier onecht is, is hier echt, doordien zij uit het zoo dure als tevens zeldzame kraplak wordt vervaardigd, 't welk een geheim is. Vruchtelooze moeite hebben zeer beroemde Scheikundigen gedaan, om dezelve te verkrijgen. Het gevelouteerd en gesatineerd behangselpapier moest uit Frankrijk komen; hier wordt het van even goede qualiteit zelve gefabriceerd, en dus kan men het hier onmiddellijk uit eene inlandsche fabrijk en tot minderen prijs dan uit Frankrijk bekomen.
Het wit, dat hier gebruikt wordt, is een eigen chemisch
| |
| |
product, dat niet zwart wordt, alzoo het niet uit metallieke grondstof wordt gefabriceerd.
Voorts is deze fabrijk niet alleen eene Behangselfabrijk, maar ook tevens een Technisch-Chemisch Laboratorium, ter bereiding van alle soorten van kleuren voor Fijn- en Kladschilders, vernissen voor Verlakkers enz., en het bereiden van chemische preparaten, ten gebruike van Verwers, Katoen- en Behangselpapier-drukkers. Zij is de eerste, die eigene kleuren maakt, terwijl andere die van buiten moeten hebben. De vorderingen, die de Scheikunde, met reuzenschreden, in weinige jaren gemaakt heeft, zullen, bij vlijtvolle oefening, ook aan onze Nederlandsche fabrijken, met deze wetenschap in aanraking zijnde, groote verbeteringen kunnen toebrengen. De talent- en genievolle indrukselen, welke de Heer cohen van baren van zijnen waardigen Vader heeft ontvangen, doen mij, met den tijd, de gelukkigste uitkomsten, ook van deze nieuwe inrigting, verwachten.
Ik had mij te Baarn langer opgehouden, dan ik gedacht had. Eerst laat in den namiddag reed ik, langs een gedeelte van den straatweg, over Soestdijk en den Dolder, naar Utrecht terug. De toenemende verbetering der wegen verwekte bij mij weder een aangenaam gevoel. Met deelneming vernam ik, dat deze straatweg zijnen aanleg verschuldigd is aan den goeden wil van vermogende Ingezetenen, als de Heeren huydekoper van maarseveen, laan, kluppel, le jolle en anderen. Men had ook reeds de noodige fondsen weten bijeen te brengen tot het aanleggen van eenen straatweg van Soestdijk naar Utrecht; doch was het plan daarvan, zoo als mij gezegd is, niet door den Koning gesanctionneerd geworden. Wat daarvan zij, ligt buiten mijn bestek. Wenschelijk echter is het, dat zulks tot stand kome, daar de dorre heide en zandzee, tusschen het Lustslot van den Prins van Oranje, en Utrecht, eene zeer onaangename gewaarwording doet ontstaan. Ook heeft de Heer rosenik het weldadig plan ontworpen tot het graven eener trekvaart van Utrecht naar Baarn, vanwaar zij in gemeenschap zoude komen met de Eems, en verder met de Zuiderzee en Amersfoord. De uitvoerbaarheid van dit plan, langs Maartensdijk, is zeer mogelijk en wenschelijk.
De zucht, om, door de gemeenmaking van dit verslag, eenig nut aan vaderlandschen landbouw en kunstvlijt te be- | |
| |
wijzen, het zij ter navolging van nuttige inrigtingen, of ook door de aandacht van het Publiek met meer nadruks op dezelve te vestigen, deed mij besluiten, om hetzelve aan een onzer geachtste periodieke schriften ter plaatsinge aan te bieden.
pro patria et industria. |
|