| |
| |
| |
Mengelwerk.
Het heilig verbond der menschheid.
Toen de Man des bloeds, die volk bij volk van zijne onafhankelijkheid beroofd had, en, bijkans met de geheele magt van het vasteland van Europa in zijne vuist, over hetzelve jaren lang als de verschrikkelijkste Despoot, die misschien immer onder het Menschdom was opgestaan, den ijzeren schepter zwaaide, eindelijk werd ten val gebragt door den algemeenen opstand der volken, rondom hunne Hoofden geschaard, juichte de geheele Menschheid, als over de roemrijkste zegepraal, die zij over het onregt en geweld behaald had. De Vorsten, meest allen tot onderdanige afhangelingen van den geweldhebbenden Alleenheerscher gemaakt, uit hun rijk verjaagd, of zich moetende vergenoegen met eenige toegeworpene brokken, nu weder in hun gebied hersteld, juichten mede, schenen zich met hunne volken, aan wier moed en dapperheid, in het bevechten en overwinnen van den algemeenen vijand betoond, zij de herstelde troonen te danken hadden, ten naauwste te willen vereenigen, en op billijke grondwetten derzelver vrijheid en geluk vestigen; gelijk zij ook, in de eerste bedwelming hunner vreugde over de verlossing uit den staat hunner vernedering, wel uitdrukkelijk beloofden. Zij schenen op de school der tegenspoeden ware wijsheid en eene betere regeerkunde, dan die van den ouden tijd, geleerd te hebben; zij hadden de onzekerheid van een gezag, dat alleen door schrik en geweld moet staande gehouden worden, in den nieuwen herdruk van het boek der ondervinding met zulke klare letteren gelezen, dat zij daaraan geen geloof konden
| |
| |
weigeren. Maar zelden zijn in eenen Dwingeland met zijn heerschzuchtig hart zulke uitstekende militaire bekwaamheden en andere groote talenten, die in zijne ondernemingen hem te stade komen, vereenigd; maar zelden dient iemand het krijgsgeluk zoo aanhoudend, en kan hij het veroveringsstelsel tot die hoogte van luister en sterkte opvoeren, als napoleon. Deze kolossus evenwel is ter nedergeworpen en verbrijzeld, zoodra de verdrukte, de getergde volken gezamenlijk tegen hem opstonden, in navolging van het moedige Spanje. En hiermede scheen aan het Despotismus de doodsteek toegebragt. Want wie (zou men zeggen) zal het, na de straf van dien laatsten, zoo geduchten Overheerscher, durven wagen, hetzelfde spoor van onderdrukking en willekeurig geweld in te slaan? wie der Magtigen zal zich kunnen vleijen, een beter geörganiseerd, sterker en duurzamer Schrikbewind te kunnen invoeren, dan het Napoleontische? De goede volken geloofden, uit hoofde van dat alles, dat zij voortaan voor geene verdrukking van hunne regten te vreezen hadden. Vertrouwende op het Koninklijk woord, huldigden zij op nieuw de verdrevene Vorsten in, en verwachtten nu welhaast de vervulling hunner beloften. In deze verwachting moesten zij te meer bevestigd worden, toen men hoorde spreken van een Heilig Verbond, tusschen de magtigsten der zegevierende Mogendheden gesloten. Schoon de inhoud van dit Verbond alsnog een geheim bleef, de schoone naam echter verrukte terstond het hart van elken volks- en menschenvriend, en gaf aanleiding tot eene vergelijking met het Heilig Verbond, dat de Constitutie of het Wetboek der Christenen bevat, welks geest niets dan liefde, vrede, geregtigheid en menschengeluk ademt, en dat, als van Goddelijken oorsprong, heilig genoemd mag worden in den uitnemendsten zin van het woord. In zijne onkunde voedde men de stille hoop, dat het Heilig Verbond der Mogendheden, overeenkomstig den naam,
een dergelijke geest zou bezielen, hoewel een wonderlijk, een tot nog toe ongehoord verschijnsel in de staatkundige wereld. Voor
| |
| |
het minst vleide men zich, dat nu eindelijk eens aan het onchristelijk, onmenschelijk oorlogvoeren paal en perk zou gesteld, de zwakken tegen de sterkeren beschermd, goede orde en rust bewaard, en alzoo algemeene vrijheid en welvaart bevorderd zouden worden.
Maar helaas! deze streelende denkbeelden begonnen schielijk te verflaauwen en voor andere plaats te maken, zoodra de uitwerkselen van het Heilig Verbond zich vertoonden. Toen men het vermoorden der Grieken (dat Christen-heldenvolk) door een' barbaarschen Overheerscher, die de Christenen honden noemt, niet alleen geduldig, maar zelfs, naar het scheen, met welgevallen konde aanzien, eerder den Turkschen Despoot in zijne zoogenaamde Legitimiteit wilde gehandhaafd hebben, (alsof hij mede in het Heilig Verbond ware opgenomen) dan lang verdrukte geloofsgenooten te hulp komen; toen men liever het constitutionele Napels aanviel, gelijk nu ook Spanje, om alzoo derzelver constitutionele regeringsvormen te vernietigen, en het eigendunkelijkste eenhoofdig bestuur in volle kracht te herstellen, - toen werden de oogen geopend. Sedert dien tijd heeft het Heilig Verbond den volken schrik aangejaagd, als ware het de bron van nieuwe onlusten, partijschappen, opstanden en oorlogen. Ik zal niet zeggen, hoe er nu, ginds en elders, over dat Verbond gesproken wordt. Liever wil ik spreken over een ander Heilig Verbond, dat met regt dien naam kan dragen, gelijk eene korte schets van deszelfs doel en strekking terstond zal doen blijken.
Dit Verbond is reeds achtbaar door zijne oudheid. Lang vóór het Congres te Weenen, Laybach en Verona, lang vóór alle Rijksdagen en Conciliën had hetzelve een bestaan. Zijn oorsprong mag veilig gedagteekend worden van die tijden, toen het Menschdom zich in maatschappijen of volken begon te vereenigen, om zijne regten, personen en goederen in veiligheid te stellen tegen den overlast der sterken en kwaadwilligen, het eerste oorspronkelijk doel van elke volksvereeniging of burgerstaat, door den wil van den oppersten Regeerder geheiligd en
| |
| |
vastgesteld. Tot dat einde besloten de verstandigsten en braassten, welken het gemeene best van het menschelijk geslacht ter harte ging, mede te werken. En ziet daar de eerste beginselen van dat Heilig Verbond, dat zich met den tijd verder ontwikkelde en uitbreidde, naar mate verlichting en beschaafdheid onder de volken toenamen, en dat zich, onder verschillende lotgevallen, door alle eeuwen heen heeft staande gehouden.
Dit Verbond kan te regt het Heilig Verbond der beschaafde Volken, of der Menschheid, genoemd worden, als zijnde toegewijd aan de bevordering van derzelver dierbaarste belangen, verlichting, maatschappelijke orde en vrijheid, de eenigste vaste grondslagen van volks- en menschengeluk. Al wat edel denkt en gevoelt, van deze beginselen doordrongen, treedt stilzwijgend in dit Heilig Verbond, zonder daartoe in eenige vergadering opgeroepen te worden, en zonder eene uitdrukkelijke onderteekening. Want het is het verbond des harten, of der menschelijke natuur, dat zich van zelve aanprijst bij alle opregte voorstanders van de waarde der Menschheid, van derzelver regten, van Vaderland en algemeene welvaart.
Een nog heiliger gezag en hoogere voortreffelijkheid heeft dit Verbond verkregen door de grondstellingen van het Christendom, - van het eenvoudige en oorspronkelijke Christendom namelijk, zoo als het door den Goddelijken Stichter is verkondigd en door zijne hoogverlichte Apostelen beschreven, niet zoo als het naderhand door dweepzucht en bijgeloof of door Priesterbedrog is misvormd, en, te midden van de Christenwereld, ginds en elders genoegzaam te eenemale onkenbaar gemaakt. Maar het echte Christendom, willende alle verdrukking, alle trotschheid op geboorte, rang, aardsche grootheid en magt, alle blind ontzag voor dezelve, alle buitensporige begrippen desaangaande verbannen, kent geen ander onderscheid tusschen menschen en menschen, dan zedelijke voortreffelijkheid of persoonlijke verdiensten, weet van geenen anderen adel, dan dien der zielen, en stelt alle menschen tot elkander en tot hunnen Schepper in gelijke be- | |
| |
trekking, leerende uitdrukkelijk, dat bij God geen aanzien des persoons is, dat Hij het aangezigte der Vorsten niet aanneemt, de rijken niet voor de armen trekt, want dat Hij allen uit éénen bloede heeft voortgebragt, en dat zij allen Zijner handen werk zijn. Het ware Christendom, zoo als het gevonden wordt in de gewijde oorkonden, heeft de verlichting van den menschelijken geest en de veredeling van het menschelijk hart ten doel, en bij gevolg de uitbreiding van menschenwaarde en menschengeluk, eveneens als de Natuur, schoon het op een' voller, stelliger en beslissenden toon spreekt, als zijnde het onmiddellijk onderwijs des Hemels.
In landen derhalve, waar dit Hemelsch licht, zoo overeenstemmende met de wet, die in het menschelijk hart geschreven staat, is doorgedrongen, heeft het Heilig Verbond der Menschheid zijne talrijkste en getrouwste aanhangers. Aldaar vertoont het zich in zijne oorspronkelijke en schoonste gedaante, en werkt het met eene verdubbelde kracht, vooral nadat die gezegendste aller kunsten, de Drukkunst, Hollands roem, is uitgevonden. Sedert dien tijd heeft het zijne werkzaamheden naar alle zijden en onder alle standen uitgestrekt, en eene onverbreekbare vastheid verkregen. Voorheen bepaalden zich verlichting en kennis tot eenige der vermogendste rangen, of tot de kloosterlingen, die in het bezit waren der kostbare en schaars bekende handschriften. Maar, nadat het Verbond der Menschheid de drukpers heeft kunnen gebruiken tot een algemeen orgaan, heeft het zijne beginselen alomme kunnen verkondigen. Door dit middel is het in staat, de gemeenschap in alle werelddeelen gedurig open te houden, kunnen de geoefende leden van verre en van nabij openlijk met elkander spreken en raadplegen over de belangen der algemeene Broederschap, hebbende zelfs een' vrijen toegang tot de harten hunner natuurgenooten, lang na hunnen dood. De welsprekendste redenaar moge voor een oogenblik de aandacht zijner toehoorderen boeijen; zijne woorden vervliegen welhaast in den wind, nadat de mond gesloten is, zonder dat die
| |
| |
woorden herhaald kunnen worden of veel indruk achterlaten. De tong kan tot zwijgen gebragt worden. Maar de boeken, die overblijven, en in aller handen rondgaan, zwijgen niet. Dezelve zetten aanhoudend en bij herhaling hunne onderrigtingen voort, in de eenzame woningen, op de afgelegenste plaatsen, en van het eene geslacht tot het andere. Eeuwigen dank hebbe de Vader der Lichten, die eenen koster deed geboren worden, om den menschen een werktuig ter hand te stellen, dat de vruchten van den menschelijken geest, als met de snelheid der lichtstralen, naar de verschillende oorden kon heenvoeren, en tevens in ieder oord dezelve eene veilige bewaarplaats bezorgen! Hoe juichte de Menschheid bij de verschijning van dit wonderbare kunstgewrocht! Hoe waardig was het de plegtige feestviering, om den roem van den vernuftigen uitvinder, en van de uitstekende weldaden, die zijne kunst in de verloopene eeuwen over de wereld heeft uitgestort, luide te vermelden! Want voorzeker dagteekenen de merkwaardigste hervormingen in kerk en staat, in wijsbegeerte en alle wetenschappelijke vakken, van de geboorte der Drukkunst af. Aan haar heeft ongetwijfeld de letterkunde, en te gelijk met haar verlichting en beschaving, hare groote vorderingen te danken. Het Heilig Verbond der Menschheid heeft alzoo langs dien weg met de zegenrijkste gevolgen zijne grondstellingen kunnen voortplanten onder de verschillende volksklassen, tot de geringsten toe. Een veel grooter aantal menschen, die te voren niet dachten, heeft door zijne gedrukte schriften leeren denken, ook vrij denken, en zijne waarde als menschen en als leden van den burgerstaat beginnen te gevoelen.
In de laatste jaren vooral heeft de loop der tijden aan den menschelijken geest eenen schok gegeven, die denzelven met verbaasdheid uit zijne vadzige slaafachtigheid deed ontwaken, en met de uiterste inspanning van krachten naar verlichting en verbeteringen streven. Woelige, zeer onrustige en stormachtige tijden werden hieruit geboren. Want onder de verbondelingen, die zich aan de
| |
| |
heilige zaak der Vrijheid of der Menschheid hadden toegewijd, stonden verraderlijke of overdrevene ijveraars op, Ultra's, gelijk er bij alle partijen gevonden worden, die te sterk en daarom ten nadeele werkten. En te gelijk borst de woede los van het rijk der duisternis en der heerschzucht, dat den ouden doodslaap, als schijnende een' staat van orde en rust, wilde doen voortduren, om den geroofden buit van onregt en geweld niet te verliezen. Niet anders dan verwarring en verwoesting vertoonden zich aan het oog van den oppervlakkigen beschouwer. Maar het schijnt wel, dat zulke hevige gistingen nu en dan in den staat der menschelijke Maatschappijen tot verdrijving der beslotene en opgehoopte smetstoffen noodig zijn, gelijk de onweders in de Natuur tot zuivering van den dampkring. Als men de Geschiedenis raadpleegt, onderscheiden zich juist de onrustigste tijdperken het meest door vooruitgangen ten goede. En zoo mogen wij ook vertrouwen, dat de geweldige schokken en beroeringen van onzen leeftijd in de gevolgen bevonden zullen worden tot het herstellingswerk bevorderlijk geweest te zijn.
Nu alreede laat het zich duidelijk opmerken, hoe een geest van verlichting, van vrijheids- en verbeteringszucht alle standen is doorgedrongen, die men te voren naauwelijks bij enkelen bespeurde; hoe het getal der leden van het Verbond der Menschheid allerwegen is toegenomen, of in veel grootere evenredigheid staat tot dat van hare vijanden. Wie zou verwacht hebben, dat er zoo vele edele beginselen van die natuur waren overgebleven niet alleen, maar met zoo veel kracht zich vertoond zouden hebben in landen, waar het Despotisme en Fanatisme eeuwen lang geheerscht hadden, als de hedendaagsche Geschiedenis geleerd heeft? Wie zou in Spanje, Portugal en Napels een' openbaren opstand verwacht hebben tegen de onbepaalde oppermagt, nadat deze zich op nieuw op haren troon onwankelbaar scheen gevestigd te hebben? En evenwel hebben de braven aldaar door eigene krachten eene grondwettige herstelling weten tot stand te bren- | |
| |
gen, welke niet dan door vreemd geweld omverre geworpen konde worden. o Ja! het moedige Spanje, dat den geduchtsten Werelddwinger, die in de geschiedrollen te vinden is, onafgebroken het hoofd bleef bieden en de gevoeligste slagen toebragt, terwijl de groote Mogendheden gedwongen waren den vrede als een genadebewijs uit zijne hand te ontvangen, of hun geheele land overheerd zagen, - Spanje, dat, verraderlijk bedrogen, van zijne volksregten en de vruchten der algemeene overwinning, waarop het de eerste aanspraak had, beroofd, andermaal het hoofd opstak, en, geheel zonder vreemde hulp, zijne vrij ontworpene en goedgekeurde Constitutie van 1812 veroverde, - dat Spanje, helaas! heeft eindelijk, na eene roemrijke worsteling, moeten zwichten voor eene overmagt, die het verraad en de verdeeldheid tot hare bondgenooten had. Voor de tweede maal heeft het den onregtvaardigsten aanval van die zelfde naburen,
welke, kort geleden, de algemeen gehate vijanden van Europa waren, moeten verduren, en in derzelver handen eindelijk zijnen Koning en zijne onafhankelijkheid moeten overleveren. Voor het oog van geheel Europa is alzoo de gruwzaamste schending van het regt der Natuur zoo wel, als van dat der Volken, bedreven. De Menschheid treurt als bij het graf van alle hare verbondelingen. Alle tegenstand tegen het rijk van geweld en duisternis schijnt voortaan onmogelijk of geheel nutteloos, en aan Europa geen ander lot beschoren, dan tot de oude barbaarschheid terug te keeren, gelijk de eertijds vrije en nu lang verdrukte volken van het Oosten.
Maar, zouden de teekenen der tegenwoordige tijden wel zoo beslisend dien teruggang voorspellen, als het den verslagen' geest toeschijnt? Zou men ze ook niet kunnen aanmerken als teekenen van eene nieuwe wedergeboorte? En zou ook de Drukkunst (om nog eens op dezelve terug te komen) in den anders gewonen loop der beschaafde volken niet eene groote verandering of omkeering, immers eene aanmerkelijke vertraging in het achteruitgaan kunnen te weeg brengen? Nadat de oude vol- | |
| |
ken door het overweldigend Despotisme van hun nationaal bestaan beroofd waren, moesten ook welhaast de beginselen verloren gaan, nu zij hunne volksredenaars niet meer hoorden, en uit het gebrekkige letterschrift, in weinige handen slechts overgebleven, niet dan een zeer schraal voedsel konden trekken. De dwingelandij, zoodra zij eerst de handen had ontwapend, had voorts weinig moeite, om ook het licht van den geest uit te blusschen, en de verdrukten in blinde onderwerping te houden. Maar veel moeijelijker gaat dit in zijn werk onder volken, die, eenmaal verlicht en beschaafd, door middel der Drukkunst hunne beginselen kunnen levendig houden en gedurig nieuw voedsel verschaffen. De Drukkunst, in dienst van het Heilig Verbond der Menschheid, bezit op den langen weg eene veel grootere magt, dan alle de staande legers van het Despotisme. De overwinningen der laatsten beslissen slechts voor eenen tijd, en somtijds is eene enkele nederlaag genoeg, om den oppermagtigsten alleenheerscher van zijnen troon in het stof te doen vallen; maar de overwinningen der eerste zijn bestendig en duurzaam; en, wijl zij hare versterkte punten wijd en zijd verspreid heeft, waarop zij niet gelijktijdig zal noch kan aangevallen worden, is een hoofdtreffen niet wel mogelijk, en heeft zij voor eene volslagene nederlaag weinig te duchten. Schoon dan het Despotisme, dat op onkunde en verblinding zijne sterkte moet bouwen, zekerlijk, waar het de overhand heeft, alle dompers of dommekrachten zal in 't werk stellen, om
de vrijheid der drukpers, de gezworene vijandin der duisternis, te vernietigen, dit zal nogtans, ten hoogste genomen, slechts in zijn eigen gebied kunnen geschieden, en men zal welhaast aan dompers en dommekrachten gebrek hebben, om alle plaatsen behoorlijk te bezetten. Meestal werkt dit middel tegen zichzelf, daar verbodene schriften doorgaans het gretigst gezocht en gelezen worden; en buiten dat is het nu te laat, om den stroom van het kwade (wij zouden zeggen van het goede) te keeren. Want de drukpers heeft alreede te veel vooruitgewerkt, om in vele jaren
| |
| |
voor behoefte aan hare werken te vreezen te hebben, al ware het, dat zij op dit oogenblik moest stilstaan of verbroken worden. Hoe krijgt men de gedrukte boeken uit de wereld, waarin de zaden van vrijheid, van menschenwaarde en volksregten met ruime handen gestrooid zijn? Een verbazende voorraad en verscheidenheid is daarvan onder alle klassen verspreid. - Sterkere middelen, om vrijheid van spreken, schrijven, en zelfs van denken, te onderdrukken, zal men wel niet kunnen uitvinden, dan er gebruikt zijn in de drie straks genoemde landen, alwaar eene helsche Inquisitie duizenden en duizenden aan de brandstapels opofferde. En evenwel is het gebleken, dat de vrijheids- en verlichtingsgeest onder de verdrukking is opgegroeid, zoodanig, dat bij de eerste verademing eene menigte mannen opstonden, die eene helderheid van doorzigt in de volksregten en aangelegenheden, eene fiere zelfstandigheid en zielskracht aan den dag legden, die met de meesterstukken van dien aard van de meest verlichte en vrije staten konden wedijveren. Nog meer; het is gebleken, dat een groot, zoo niet het grootste en beste gedeelte der natie met hen door dezelfde beginselen bezield was. Hoe zoude het anders mogelijk geweest zijn, in weerwil der oude vooroordeelen, uit en in zichzelven een verbeterd stelsel van staatsbestuur te vestigen, waartegen de benden der Serviles, met hunne Monniken aan het hoofd, en het inwendig verraad van andere aanzienlijke en onaanzienlijke misnoegden, te vergeefs hunne aanslagen bij herhaling beproefden, en hetzelve niet, dan met behulp van eene ontzaggelijke buitenlandsche magt, hebben kunnen omverre rukken? Hoe ongelukkig dan ook de uitslag tot dusverre moge geweest zijn, de aanleggers en bestuurders van het werk, die hun leven en goed voor de heilige zaak der geregtigheid en Menschheid gewaagd en opgeofferd hebben, mogen gewisselijk in den eersten rang der groote mannen gesteld worden. Het is gebleken, dat men aldaar wel de helft der
bevolking zal moeten ombrengen of verbannen, om het geslacht van de voorstanders eens vrijen en constitutionelen
| |
| |
Regeringsvorms uit te roeijen. Zoo weinig baten, na de uitvinding der Boekdrukkunst, de strengste en verjaarde verbodswetten en de wreedste vervolgingen tegen de voortgangen der verlichting en beschaafdheid!
Tot roem van den geest der Eeuwe mogen wij ook aanmerken, dat de meest vermaarde Schrijvers nu meer dan ooit hunne talenten toewijden aan de zaak van het Heilig Verbond der Menschheid. Geleerden van naam, en Hooggeleerden in meest alle beschaafde landen, stemmen rondborstig met elkander overeen in de openbare verkondiging van liberale beginselen, zoo omtrent het burgerlijk verdrag, als omtrent het kerkelijke. Bijkans een gelijke toon heerscht desaangaande in de hedendaagsche geschriften. Allen beijveren zich om strijd, om menschenwaarde te verheffen, menschenheil te bevorderen, onder den gemeenen man zoo wel, als onder de hoogere standen. Eenige weinigen slechts maken hier eene uitzondering, die, in soldij staande van het rijk der duisternis, nog de oude vleijers en aanbidders van aardsche grootheid en magt zijn, en welken daarom de voortgangen van kunsten en wetenschappen, van verlichting, beschaafdheid en liberalismus, ergernis en dwaasheid zijn. Doch hunne wanluidende taal is als het gekras van nachtuilen, dat ook alleen bij nacht, en niet bij het licht van den dag, gehoord wordt. Voor het overige hoort of leest men niet, dan 't geen de Menschheid vereert, en hare regten heiligt. Dit heeft niet alleen in de huisgezinnen op de denkwijze en gevoelens van jongen en ouden een' grooten invloed, maar ook op de publieke opinie. Deze, een veel bevoegder regter, in openbare geschillen, over eer en schande, over regt en onregt, dan het kanon, hangt grootendeels af van de geschriften, die onder de volken rondgaan. Daardoor laat zij gewoonlijk zich leiden, meer dan door het gezag van het hoog Bewind, althans van een eigendunkelijk Bewind, dat zich boven hare uitspraken, eveneens als boven alle wetten, wil verheven achten. De geest nu der beroemdste Schrijvers onderscheidt zich in 't algemeen zeer gunstig voor
| |
| |
de belangen van het Heilig Verbond der Menschheid of der Volken, waar de drukpers niet onder eene volstrekte censuur der oppermagt staat. En ook dáár zal hare werking bezwaarlijk van allen invloed kunnen beroofd worden. Want het is moeijelijker, den onzigtbaren loop van geschriften, dan den indrang van eene vreemde legermagt te stuiten. De wapenen der pen, waarmede de wijzen en braven onophoudelijk strijdvoeren tegen dwingelandij en verblinding, zijn uit dien hoofde geduchter, dan de wapenen van kruid en lood.
Even weinig, dan, als de laatste uitslag van den openbaren worstelstrijd tusschen de aanvallers en verdedigers van het regt der Volken (de zaak der Menschheid) de onderneming der eersten kan billijken, even weinig kan daaruit besloten worden, dat alle hoop op herstel verloren is, en Europa van nu af aan in den nacht der Middeleeuwen begint weg te zinken. Neen! Met den val van Kadix heeft de geest des tijds den terugtogt nog niet aangenomen, is de publieke opinie niet veranderd, de haat tegen het stelsel van inconstitutionele alleenheersching niet verminderd, maar veeleer toegenomen. De beschaafde volken hebben hunne verklaringen nog niet ingetrokken, dat zij, nu zij der kindschheid ontwassen zijn, niet langer door blind gezag willen geregeerd worden, noch tot eene lijdelijke gehoorzaamheid zich verpligt rekenen, maar blijven even vast in hun heilig Verbond aaneengesloten. Die Vorsten althans achten wij veiligst op hunne troonen, zoo wel als de gelukkigsten, die van harte de algemeene wet eerbiedigen, die in de liefde en het vertrouwen, niet in eene slaafsche vrees, van het volk hunne glorie en grootheid stellen, en rondom den standaard van vrijheid en onafhankelijkheid zich met hetzelve vereenigen. Gelukkig Nederland derhalve, dat een' zoodanigen Vorst aan het hoofd van zijn Bestuur heeft! Onze Constitutie is niet ouder, zelfs jonger, dan die van het Schiereiland. Met hetzelfde regt zou alzoo Frankrijk of eenig' ander' nabuur in last gegeven kunnen worden, om ook hier te lande de huishouding in orde te brengen, dat
| |
| |
is, partijen tegen elkander te verbitteren en in het harnas te jagen, en onze huishoudelijke wetten te vernietigen. Maar Nederland heeft eenen Koning, die mensch en Christen is, die Koninklijke beloften en eeden niet voor een staatkundig spel houdt, die den duisterling, welke hem den meineed aanprees, met verontwaardiging terugstoot, en die sterk is in de achting en het vertrouwen van een vrij volk.
De gebeurtenissen, ondertusschen, van onzen tijd zijn elkander in zulke onverwachte wisselkringen opgevolgd, dat wij uit de tegenwoordige weinig tot de volgende kunnen besluiten. De schranderste berekeningen hebben dikwijls bij het slot niets anders dan hare feilbaarheid bewezen. Het is dan ook mogelijk, dat de zon van vrijheid, van verlichting, beschaafdheid en welvaart in Europa de middaghoogte bereikt heeft, sterk aan het dalen is, en welhaast, na eenige schemering, zal ondergaan. Maar tot troost der Menschheid kan het strekken, dat zij voor de Tegenvoetelingen (die ook menschen zijn) weder uit de kimmen oprijst. Een geheel nieuw werelddeel, veel grooter dan het onze, wordt door haar bestraald. Amerika heeft in onze eeuw het juk van zijne oude Meesters afgeschud, en gaat nog voort in het Zuiden en Noorden met zijne zedelijke en staatkundige hervormingen. Het Heilig Verbond der Menschheid is aldaar uitwendig en inwendig in volle werking. Gemeenebesten van volksvrijheid en volksgeluk rijzen aldaar, het een na het ander, in jeugdige kracht op, en vestigen zich op de puinhoopen van het uitheemsch Despotisme, naar het voorbeeld van de nu reeds sedert jaren vereenigde Staten, het vaderland van den onvergelijkelijken washington. De eerste, die het waagde, onder hen een nieuw Despotisme in te voeren, heeft slechts weinige weken zijn rijk kunnen staande houden. Iturbide heeft men spoedig met zijne samilie ingescheept en ver van huis gezonden naar het oude stiefmoederlijk land, alwaar hij meer zijns gelijken kan vinden. - Aldaar worden de veilige schuilplaatsen bereid voor de verhuizingen van kunsten,
| |
| |
wetenschappen en nationale onafhankelijkheid, wanneer zij hier en elders genoodzaakt worden de vervallene tempels te verlaten.
Maar de vrienden van het Verbond der Menschheid (men noeme ze Liberalen, Constitutionelen of Carbonari, zoo als men wil) zijn tevens vrienden van den Godsdienst. Hunne uitzigten reiken over alle werelddeelen heen, en hebben buiten dezelve een vast punt van vereeniging, dat hun door geene menschelijke magt ontrukt kan worden. Van de aarde zien zij naar den Hemel op, - naar de hoogste Regtbank, voor welke Koningen en Keizers zonder praal en lijfwacht zullen verschijnen, en gelijk staan met den verachtsten bedelaar. De volmaakte Constitutie, waarin de boozen ophouden van beroeren, (die zij hier te vergeefs zoeken) verwachten zij in het bovenmaansche Vaderland, alwaar eeuwige Wijsheid en Liefde de wet stellen, en geene anderen worden toegelaten, dan dezulken, die zich aan deze wet onderworpen hebben.
Een Lid van het Heilig Verbond der Menschheid. |
|