Voorspelling van Napoleon gelogenstraft.
In het Mémorial de St. Hélène, par las cases, vindt men eene redenering van napoleon over de Koningen in 't algemeen. Bij gelegenheid dat hij zegt, hoe ligt een troon kan besmetten, en het voorbeeld van het regerende Huis van Engeland aanhaalt, vindt men ook het volgende merkwaardige gezegde:
‘Die schoone stam van Nassau, bij voorbeeld, die beschermheeren in Europa van eene edele onafhankelijkheid, zij, bij welken het Liberalismus tot in het bloed en tot in het merg van 't gebeente moest zitten, die Nassau's, die niet dan van de laatsten kunnen zijn door hun grondgebied, en die zich aan het hoofd konden stellen door hunne leerstellingen, deze zijn op eenen troon geplaatst: wel nu! gij zuit hen ongetwijseld niet bezig zien, dan met zich te maken, wat men tegenwoordig wettig (légitime) noemt, de beginselen, den loop enz. daarvan aannemen.’ (T. IV. p. 277, 278.)
De beteekenis van het woord legitimiteit in de nieuwere Staatkunde is bekend. Het is de strekking tot de onbepaalde Magt, tegen welke, daar zij eeniglijk wettig is, het Volk geene schutsweren mag opwerpen. Napoleon wilde dus zeggen, dat onze Monarch weldra het voorbeeld der anderen navolgen, en vijandig zou worden tegen de heilige Regten des Volks; gelijk de Ex-Keizer, kort daarna, van zichzelven zegt, dat de verwijtingen, hem daaromtrent gedaan, niet van eenigen schijn van rede ontbloot zijn.
Onze gelukkige ondervinding, daar, onder de Monarchen des vasten lands van Europa, onze Koning, benevens die van Zweden, Beijeren en Wurtemberg, de éénige is. die van dat verpestend beginsel volkomen bevrijd is gebleven, - onze gelukkige ondervinding logenstraft, op de schitterendste wijze, de gaaf van voorzegging des Ex-Keizers; terwijl zijn waarachtige en welverdiende lof, aan de Vorsten uit het Huis van Oranje gegeven, altijd opmerkelijk blijft.