Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824
(1824)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOnderzoek van het bloed.De gevoelens der tegenwoordige Scheikundigen over het ontstaan der roode kleur van het bloed zijn nog zeer verschillende. Eenigen hunner beweren, dat het bloed zijne roode kleur verschuldigd is aan het rood ijzer-oxyde, verbonden met phosphorzuur. Daarentegen zijn er anderen, (alhoewel zij niet ontkennen, dat het bloed ijzer bevat) die de roode kleur van het bloed aan eene geheel andere oorzaak toeschrijven, hetwelk gestaafd wordt door hunne proeven, door dien zij het roodkleurende gedeelte van het bloed afzonderlijk hebben daargesteld, en daarin volstrekt geene sporen van ijzer hebben kunnen ontdekken. Doch de Hoogleeraar driessen heeft op zijne chemische lessen, over het Regnum Animale handelende, en zijne proeven over het bloed in het werk stellende, ons evenwel duidelijk de tegenwoordigheid van ijzer in het roodkleurende gedeelte van het bloed aangetoond. Gaarne voldeed mijn hooggeachte Leermeester aan mijn verzoek tot herhaling dezer proeven, en stelde mij tevens in de gelegenheid, dezelve in het Laboratorium Chemicum der Akademie te kunnen bewerkstelligen. - Het voorschrift van den Franschen Scheikundige vauque- | |
[pagina 220]
| |
linGa naar voetnoot(*) volgende, ging ik aldus in mijne proefneming te werk. Ik nam 6 oncen bloed van eene vrouw. Zoodra het gescheiden was, heb ik de cruor op eene haren zeef gedaan, en met koud, gezuiverd water afgewasschen; vervolgens 1 once van deze cruor tot brij gewreven, en in eene uitdampschaal van Gotha met 4 oneen Acidum Sulphuric. pur. en 8 oncen gezuiverd water (na dit vooraf vermengd te hebben) gedurende 5 a 6 uren warm laten digereren, hetzelve nu en dan roerende. Het vocht verkoeld zijnde, werd gefiltreerd, en het op het filtrum teruggeblevene met 4 oncen gezuiverd water afgewasschen. Beide verkregene vochten zijn tot op de helft uitgedampt en bijna verzadigd met Ammonia liquida, zoodat nog een weinig zuur de overhand behield. Bekoeld zijnde, had zich een rood purperachtig bezinksel op den bodem gezet, hetwelk ik, na afgieting van het bovenstaande vocht, zoo lang met gezuiverd water heb asgewasschen, tot dat eene Solut. Mur. Baryt. geene troebelwording in het afwaschwater meer te weeg bragt. Vervolgens is hetzelve op vloeipapier gedroogd, en leverde mij het zuiverkleurend gedeelte van het bloed. De helft van dit kleurend gedeelte heb ik gedurende een uur warm laten digereren met 1 once Acid. Muriatic. purissim., vermengd met 4 oncen gezuiverd water, waardoor bijna alles werd opgelost. Deze oplossing, bekoeld zijnde en gefiltreerd, had eene fraaije donkerroode kleur, doch overmaat van zuur. - Een gedeelte van deze oplossing verdunde ik met gezuiverd water, voegde hierbij eene Solut. Mur. Baryt., doch bespeurde geene verandering. (Tot hiertoe heb ik het voorschrift des gemelden Franschen Scheikundigen gevolgd, en ook dezelfde verschijnselen waargenomen; maar bij de verdere onderzoeking volgde ik de manier van den Hoogleeraar driessen, waarvan ik hier verslag geve). Het andere gedeelte | |
[pagina 221]
| |
van deze oplossing, met eene gelijke hoeveelheid gezuiverd water verdund zijnde, heb ik onderzocht door Tinctur. Gallar., en bespeurde geene merkbare kleursverandering; doch, door er successivelijk eene Solut. Subcarbon. Potass. bij te voegen, tot dat het zuur verzadigd was, werd het vocht troebel, en na verloop van weinige minuten zette zich een bezinksel van eene naar het zwart hellende kleur op den bodem van het glas neder. De nog overgeblevene helft van het kleurend gedeelte van het bloed heb ik met 1 once Acid Sulphur. pur. en 4 oncen gezuiverd water op gelijke wijze behandeld; dit leverde mij een donkerrood vocht, hetwelk echter niet zoo fraai van kleur was als bij de behandeling met Acid. Muriat. purissim. Deze oplossing van het kleurend gedeelte in Acid. Sulphur. pur. is ook onderzocht door Tinctur. Gallar. en Solut. Subcarbon. Potass., waarbij dezelfde verschijnselen plaats hadden als die, welke ik bespeurde bij het onderzoek van het kleurend gedeelte in Acid. Muriat. purissim. Deze proeven schijnen dus het denkbeeld van den beroemden vauquelin, waarbij de tegenwoordigheid van ijzer in het roodkleurend gedeelte van het bloed ontkend wordt, eenigzins twijfelachtig te maken.
a.w. krafft. Groningen. 1823. |
|