vindt men ook aardrijkskundige en plaatselijke beschrijvingen van ons Koningrijk; terwijl bij de gewesten en steden derzelver bijzondere geschiedenissen en lotgevallen niet worden over het hoofd gezien. Het kaartje is duidelijk en voldoende. Daar de alphabetische behandeling der onderwerpen, uit hoofde der plaatjes, en omdat het boekje dan toch een A. B-boek wezen moest, het ongelijksoortige bijeenvoegt, wordt dit ongemak, indien men het zoo noemen wil, verholpen door de opgave van den inhoud, die aanwijst, hoe men de verschillende onderwerpen ook in verband en zamenhang lezen kan. Wij wenschen der lieve jeugd met dit fraaije en nuttige werkje geluk, en zeggen tot dezelve, met den schrijver, aan het slot: ‘Gij zult daaruit uw Vaderland, althans eenigzins, leeren kennen; dat Vaderland, boven vele andere zoo ongemeen gezegend, door Gods Almagt zoo dikwerf bewaard, en uit de grootste gevaren verlost, - waar wij nog, boven eene menigte andere landen, de onwaardeerbare zegeningen van verlichten Godsdienst, vrijheid, orde, en eene vaderlijke Regering genieten. O, kinderen! waardeert toch uwe voorregten! Bidt God om het gestadige behoud, de rust, den vrede en bloei van het lieve Vaderland, het lange leven van onzen beminden Koning, en maakt uzelven, door vlijt, leerzaamheid en gehoorzaamheid, meer en meer bekwaam, om ook eens nutte leden van dat Vaderland te worden, waarin Gods gunst u geplaatst heeft, en waaraan gij zulke groote verpligtingen hebt! Immers gij zijt daarin geboren en opgevoed; uwe ouders behooren zelve daartoe, ook uwe broeders, zusters, onderwijzers, vrienden en speelmakkers; alle genoegens, die gij geniet, alle weldaden, die gij ontvangt, geniet en ontvangt gij in dat Vaderland. Leert hetzelve dan ook hoe langs zoo beter kennen, en laat dit boekje, wel verre van u te voldoen, slechts uwe weetgierigheid opwekken, om uit meer uitgebreide werken, of door omgang met kundige menschen, of door eigene aanschouwing, van alle deszelfs
bijzonderheden meerdere kundigheden te erlangen.’
No. XV, Boekbesch., bl. 672, reg. 20, staat een'. lees een, Bl. 684. reg. 3 v.o., moet kenilworth niet als eigennaam, maar als boektitel gelezen worden.