De Werken en Dagen van Hesiodus, naar het Grieksch in Nederduitsche verzen gevolgd, door D.J. van Lennep. Te Amsterdam, bij P. den Hengst en Zoon. 1823. In gr. 8vo. f 2-:
Hoe verrijkt onze Letterkunde ook zijn moge met zoo menig uitstekend Grieksch dichtstuk, door bekwame handen op Nederduitschen bodem overgebragt, was het toch altijd een wezenlijk gemis, dat wij niets volledigs van hesiodus bezaten, - van hem, wiens geest zoo geheel den Homerischen geest ademt. Of het de moeijelijkheid, om hesiodus in goeden Hollandschen stijl terug te geven, geweest zij, welke onze mannen van die vertaling heeft afgeschrikt, of wel de mindere bekendheid met den Askraeër, weten wij niet. Dit is zeker, dat, al heeft het geslacht der Goden en het schild van Herkules ook minder belangrijks voor lieden van onze tijden, zeden en smaak, de Werken en Dagen, en door den vorm en door den inhoud, eener vertalinge overwaardig zijn. En doen wij wel iemand onzer Letterhelden onregt, wanneer wij zeggen, dat eene dichtmatige behandeling van dit eerwaardig en eenvoudig overblijfsel der grijze oudheid in geene betere handen vallen konde, dan in die van den Heer van lennep? Trouwens, hij is de man, die de Hollandsche lier zoo krachtig als keurig bespeelt, die bij die begaafdheid de grootste kennis der Grieksche letteren voegt, en reeds langen tijd aan het ophelderen en verbeteren van de verzen van hesiodus besteed heeft, van wien wij ook eindelijk eene volledige uitgave van het oorspronkelijke met smart en verlangen wachten, waartoe de goede God hem lust en krachten blijve verleenen!
Wij zullen in het aankondigen van deze vertaling kort zijn; want het kan niet anders, of eene uiteengezette beoordeeling moet de houding eener lofrede aannemen. Bij ieder vers bijna schoot ons het oorspronkelijke in het geheugen, en bij ieder vers bijna herkenden wij eenen smaak, oordeel, gemakkelijkheid en vlugheid, welke aan weinigen gegeven, maar ook door weinigen zoo zijn aangekweekt. Alles dus, wat eene dichterlijke vertaling van een Grieksch stuk met moge-