merken, waardoor zij zich aan ieder' onbevooroordeelden aanprijst. Ieder, zelfs de in het vak der Geneeskunde geheel onervarene, vergelijke de beide schriften, en waar hij bij capadose eene opeenstapeling van sophismen en magtspreuken en eene valsche voorstelling van zaken en gebeurtenissen vindt, (het zij hier genoeg, op de schilderij der Eeuw, welke aan
de Vaccine het aanzijn schonk, te wijzen) daar ontdekt hij bij ontijd die waarheldsliefde, rondheid en gezonde redenering, welke hem niet lang in twijfel zal laten, wie eene goede, wie eene kwade zaak verdedigt.
Dit zij genoeg ter aanprijzing van een werk, dat zichzelve, en door den naam des Schrijvers, en door deszelfs hoogstbelangrijken inhoud, genoegzaam aanprijst. Wat des Schrijvers oordeel betreft omtrent het werkje van jenner over de Braakwijnsteenzalf, hierin houdt Recensent zich aan het in dit Maandschrift over hetzelve uitgebragt gevoelen, en is te wèl overtuigd, dat de geleerde ontijd, die zich in deze verhandeling als rationeel Arts kennen doet, te veel prijs stelt op therapeutische grondregelen, dan dat hij eene Experientia manipularis, als in dit werkje wordt aanbevolen, geheel zou kunnen goedkeuren. Recensent ten minste heeft met werkjes van dezen stempel even weinig op, als met de routine en grove empirie, op welke zij gebaseerd zijn. Echter doet dit niets af tot de zaak in geschil, en is dus ook zeer te onpas door capadose bijgebragt. Immers jenner kan door de grootheid zijner ontdekking zelve tot zulk eene te algemeene toepassing verleid zijn; een voorbeeld, niet zeldzaam in de Geschiedenis aan treffen. Hoe het zij, Recensent wenscht deze verhandeling in aller handen, en dus de eer der Vaccine bij allen gehandhaafd te zien.