Leerrede over Gods verheerlijking, beschouwd als het doel mijner krankheid, door C.W. Pape, Predikant te Heusden. Te 's Hertogenbosch, bij H. Palier en Zoon. 1824. In gr. 8vo. 32 Bl. f :-40.
Ofschoon wij weinig van gelegenheidspreken houden, omdat dezelve doorgaans hare grootste, zoo niet éénige waarde van de gelegenheid zelve ontleenen, en juist daarom voor het Publiek van minder aanbelang zijn, zoo verblijden wij ons evenwel, dat de Eerw. pape heeft kunnen goedvinden, deze Leerrede, door hem uitgesproken na zijne herstelling uit eene bijna doodelijke krankheid, uit te geven. Wij prijzen dit opstel, dat deszelfs maker tot eer verstrekt, vrijmoedig aan, en wenschen deze Leerrede, in welke eene geleidelijke orde heerscht, van het begin tot het einde de taal des harte spreekt, en die zeker door de Heusdensche Gemeente niet zonder aandoening en stichting zal zijn aangehoord, in veler handen, ook om der Armen wil, ten wier behoeve dezelve voornamelijk in 't licht verschijnt.
De tekst, Joh. XI:4a, wilde ons intusschen maar weinig behagen, daar Lazarus wel degelijk is gestorven, en diens krankheid daarom tot heerlijkheid van God is geweest; niet omdat hij uit die krankheid werd opgerigt,