ten.’ Wij vonden deze getuigenis van den Schrijver bij de lezing bevestigd; en de gunstige beoordeeling van de vroegere uitgave, in de Bijdragen ter bevordering van het Onderwijs en de Opvoeding, heeft genoegzaam gezag, om hetzelve iederen Onderwijzer aan te bevelen. Veel, wel is waar, is sinds dien tijd (1810) reeds veel meer algemeen in gebruik; vele vooroordeelen en tegenstand hebben opgehouden, en men kan niet verwachten, dat men hier veel nieuws zal leeren; maar voor aankomelingen in het vak blijft dit werkje altijd belangrijk, en prijst het zich ook nu nog aan door duidelijkheid en gegronde redenering. De Voorrede, het belang van opvoeding en onderwijs, en de daarin gedurende onzen leeftijd gemaakte verbeteringen betreffende, is reeds zeer lezenswaardig. In tien Hoofdstukken wordt voorts beknopt, maar zaakrijk, gehandeld over de beste schoolgebouwen, - hetgeen onderwezen worden moet, - het klassiek onderwijs, - de schooltijden en het aannemen van leerlingen, - de orde, - de schooltucht en het vormen van het zedelijk karakter, - en eindelijk over de vereischten van een' Onderwijzer. Welke de vermeerderingen bij deze uitgave zijn, kunnen wij niet aanwijzen. Wat de zaken zelve betreft, vond de Schrijver geene redenen tot eenige wezenlijke verandering. De goede aftrek, dien de eerste uitgave had, en het nut, dat zij stichtte, is de
beste aanbeveling; en wij geven ook nu nog gaarne de getuigenis, dat de Schrijver wel voor zijne taak berekend is, en die op de beste wijze heeft uitgevoerd.