heeft, eeniglijk te pas kwam, dan zal men niets te wenschen over hebben, zoo naauwkeurig en volledig is hetzelve. Wat in van lennep's Lofrede niet, of niet dan ter loops, vermeld staat, zal men hier, met opzigt tot van swinden's genoemde verdiensten, uitvoeriger zien voorgesteld; en, de Lofrede met deze Redevoering in dat opzigt, en deze met gene aanvullende ten aanzien van 's mans overige verdiensten, zal men niet kunnen nalaten, met verwondering en verbaasdheid, van swinden's nagedachtenis te vereeren, en den Schepper van zijnen rijken, werkzamen en allezins nuttigen geest dankbaar te prijzen. De aanteekeningen achter deze Redevoering vermeerderen hare belangrijkheid, zoo wel als de lijst der, door den grooten man, uitgegevene geschriften, welke door die van van lennep niet gansch overtollig gemaakt is. Onder anderen maken de aanteekeningen gewag van de te Franeker onder van swinden verdedigde Dissertatiën, en de Genootschappen en Akademiën, waarvan hij lid was. Die omtrent zijne bibliotheek, zijne korrespondentiën, ezv. en zoo vele andere, zijn bijzonder opmerkenswaardig. Er is door den Heer moll met deze Redevoering een wezenlijke dienst aan de geleerde wereld gedaan, en, ook om den wille des Vaderlands van van swinden, zij hem onze hartelijke dank voor zijnen arbeid betuigd!