Schalekamp en van de Grampel. 1823. In kl. 8vo. 212 Bl. f 1-80.
Een niet onaardig boekje voor de jeugd; zijnde, zoo als de Schrijver zegt in het voorberigt: vaderlijke raadgevingen en vermanende, welmeenende lessen van eenen vriend der jeugd, van eenen vriend van het opkomend geslacht, hetwelk korter kon worden uitgedrukt, gelijk over het geheel het boekje wel voor eenige bekorting vatbaar was. Na de inleiding, die den vader en zijne kinderen, aan welke de verhalen gerigt zijn, kennen doet, vinden wij hier: De miskende trouw, of het wanbedrijf door den dood gestraft; - De onverwachte redding, of weldadigheid beloend; - De gevolgen eener kwade opvoeding, of berouw komt dikwijls te laat; - Het weesmeisje, of kwaad met goed vergolden; en over deze verhalen volgt dan nog een kort gesprek met de kinderen. Behalve het titelvignet, is het boekje nog met drie goede plaatjes versierd. Wij durven den Heere van der vijver wel aanraden, in dezen trant meer te schrijven. Goede zedelijke verhalen vermaken en leeren toch altijd de lieve jeugd.