Gezigten in Oost-Indië, naar de Natuur geteekend, door Q.M.R. Verhuell, Kapitein-Luitenant ter Zee; aan H.M. de Koningin der Nederlanden opgedragen. Iste Aflevering. Te Rotterdam, bij Arbon en Krap. 1824. In folio. Bij Inteekening f 2-50.
Indien vaderlandsche belangstelling, vreemdheid der voorwerpen, bevallige voorstelling, fraaije teekening, keurige bewerking aanbevelen, dan is zonder twijfel de vermelding, dat alle deze eigenschappen het onderhavig prentwerk kenmerken, voldoende ter ondersteuning der geopende inteekening. En, daar aan kunstwerken in ons letterwerk geene breede aankondiging kan te beurt vallen, worde het, tot dat oogmerk, voldoende geacht, te zeggen: dat de verzameling van schilderachtige Gezigten in Indië door den Kapitein-Luitenant ter Zee, den Heer verhuell, tijdens deszelfs verblijf aldaar van 1816 tot 1819, naar de natuur geschetst is; - dat de tegenwoordige proefaflevering, in teekenachtigen steenplaatdruk, vier stuks bevat; als 1o. op Banda, voorstellende het fort Belgica en het eiland Banda Neira; 2o. op Celebes, de stad Vlaardingen en Macassar; 3o. op Java, de rivier Solo; en 4o. weder op Celebes, de rivier Goah, bij Macassar; - dat elk derzelven verzeld gaat van eene (wat al te beknopte) verklaring, in onze en in de Fransche tale; - dat dezelve van een' netten geplaatdrukten omslag enz. is voorzien; - en eindelijk, dat met 12, ten hoogste 15 dusdanige afleveringen, elke van 4 platen en ten prijze van f 2-50, om de twee maanden uit te geven, het werk compleet zal zijn. - De Heeren arbon en krap mogen al den bijval oogsten van deze onderneming, dien dezelve zoo volkomen verdient, en deze aankondiging daartoe het hare bijdragen!