zijne koude ongevoeligheid af. In den loop van het regtsgeding ontmoeten wij niets bijzonders; en de verdediging door zijnen Advocaat, den Heer gaymans, door het lot hem toegewezen, draagt de kennelijkste bewijzen, hoe moeijelijk en onaangenaam die taak was in dit geval, waar niets ter verdediging te zeggen viel. Evenwel hetgeen, als wij het mogen zeggen, voor ons het voorname, zoo niet éénige punt ter verdediging zou geweest zijn, vonden wij hier niet regtstreeks aangedrongen; dat, namelijk, de misdadiger, die op het plegtigst volhield van de omstandigheden niets te weten, meer dan waarschijnlijk de ontmenschte daad zou bedreven hebben in een oogenblik van krankzinnigheid, en van zichzelven en alle zijne verrigtingen geheel onbewust. Dan, welligt heeft zijn Ed. zich ten dezen belemmerd gevonden door eene toen reeds zedelijke overtuiging, dat dit slechts een voorwendsel was van den beschuldigden. Hoe dit zij, het moet en den verdediger en den regters de grootste voldoening gegeven hebben, dat de misdadiger, na zijne vonnissing, (hetwelk alzoo bij dat vonnis in geene aanmerking komen kon) tot de belijdenis van de omstandigheden gekomen is, en alzoo bleek, den moord wel degelijk gedaan te hebben met opzet en bij volkomene bewustheid. Dit wordt hier bl. 107 opgegeven als eene bekende zaak; maar het hoe, en de persoon of personen, aan wie, wordt niet gemeld. De Predikant der Lutersche Gemeente heeft den ongelukkigen in de gevangenis en tot het schavot bijgestaan, en in de Bijlagen hebben wij zoo veel mogelijk berigt van zijne gesprekken en de gemoedsgesteldheid van den misdadiger. De man is dan zeer gedwee en boetvaardig, zijn vonnis billijkende, maar met moed, en in de hoop op genadige vergeving bij God, gestorven. - Moge het zoo zijn, en hij genade gevonden hebben bij God! De wereld is nu met hem verzoend, daar hij met zijnen hals voor den gepleegden gruwel heeft
geboet. - In zijne laatste bekentenis is ons echter nog al iets voorgekomen, dat ons aan 's mans volkomene opregtheid, ook toen nog, kan doen twijselen; b.v. dat hij het geld niet afgesloten,