Over het uitwendig gebruik van koud water ter matiging der koorts, eene bekroonde Prijsverhandeling van A. Frölich, uitgegeven door C.W. Hufeland, en uit het Hoogduitsch vertaald door C. van Eldik, Med. Dr. Te Gorinchem, bij J. Noorduyn. 1823. In gr. 8vo. 55 Bl. f :-70.
De voor ons liggende prijsverhandeling is haren oorsprong verschuldigd aan eene door den werkzamen hufeland uitgeschrevene vraag over de proefondervindelijke waarde der Curriaansche methode, in het laatst der vorige eeuw bekend gemaakt. In antwoord op dezelve kwamen drie verhandelingen in, van welke aan deze van den Weener Hofmedicus frölich de eerste prijs werd toegekend. Naar aanleiding der vraag, is de verhandeling in drie afdeelingen gesplitst, waarvan de eerste vroegere proefnemingen van geloofwaardige mannen, de tweede die van den schrijver zelven, en de derde eenige gevolgtrekkingen behelst, uit het verhandelde afgeleid. De eerste afdeeling bevat gelukkige proefnemingen van de Geneesheeren hubertus, bödeckser, höger, mylius, horn, von hildenbrand, von hahn, reuss, bron, mortineau, marshall, cochran, simpson, nagle, bonta, gomez, dewar, gregor, brandis, gregory en anderen in heete koortsen, mazelen, scharlakenkoorts, acute rheumatismen, roos, typhus, zenuwkoorts, rotkoorts, gele koorts, pest, en obstructio abdominalis met hoemorrhoïdes. In de tweede afdeeling getuigt de schrijver, niet éénen lijder bij deze methode verloren te hebben. Hij bezigde dezelve in hevige scharlakenkoortsen, in hevige koorts met roos, in manie, melancholie, mazelen, zenuwkoorts, typhus. De derde afdeeling bevat eene aanwijzing van de bepaling der koortshitte door het gebruik van den thermometer, die den graad der temperatuur van het water bepalen