sel - Hem, die alles in allen is, en dengenen, die in Hem leeft, zich beweegt en is - tegen elkander stellen, dan zegt inderdaad elk beeld te weinig, ook het stofje aan de weegschaal of de droppel aan den emmer - wij zijn als niets; maar dat de diepste vernedering van den mensch, van hem, dien God schiep haar Zijnen beelde en met eere en heerlijkheid bekroonde, hem roepende om eeuwig bij Hem te wonen, enz. daarom het kenmerk van waren godsdienst zou zijn, bekennen wij niet door te zien, veelmin, hoe de verdediging dezer stelling kan strekken, om den ijver tot behoud van onsterfelijke zielen, dat is menschen, daardoor aan te vuren.
Het is zoo, elk heeft zijne wijze van zien, en het reeds genoemde woord van vader albertoma ligt een zeker gezag bij velen verkregen. Wij zouden dus over den geheelen inhoud en toon van dit boekje ook geen woord gesproken hebben; maar de tijd roept ons, om oplettend te zijn, en, waar het maar pas geeft, te waarschuwen tegen eenen geest, dien wij als uit den boozen beschouwen. Van het goede, dat onze woelige, maar ook werkzame, vaak losbandige, maar dikwijls ook enkel vrije dagen hebben opgeleverd, had de bedaarde, Nederlandsche landaard, naar men meende, veel heilzame vrucht getrokken. De oude taal- en vooral uitlegkunde, de leerstellige godgeleerdheid, en inzonderheid predikkunde, bloeiden, volgens de bevoegdste regters, meer dan ooit, en stichting en vrede kenmerkten de geschriften, uit elke gezindheid voortgekomen, en bijna zonder onderscheid gebezigd - toen menschenhaat en onlijdelijke trotschheid, deze natuurlijke vijanden van het ware Christendom, op ééns goedvonden het tegendeel te beweren, en, door uitgezondene apostelen, den vroegeren tijd, in alle opzigten, boven den onzen te verheffen. Is het wonder, dat men beeft voor zulke ondankbaarheid en poging om te vernielen, wat onder Gods hulpe met zoò veel vlijt werd opgeregt - dat men beeft voor de besmetting, door het nieuwe, het schijnbaar gemoedelijke van dit ondernemen, gesterkt door een schitterend voorbeeld, onbegrijpelijke