Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824

Leerrede ter aanprijzing der Koepokinenting, door Assuerus Doijer, Honorair Lid van de Maatschappij der Koepokinenting te Rotterdam, en Leeraar bij de Doopsgezinde Gemeente te Zwolle. Vierde en verbeterde Uitgaaf. Te Zwolle, bij H.A. Doijer. 1823. In gr. 8vo. XIV en 24 Bl.
De Vaccine verdedigd tegen den Heer A. Capadose, Med. Doct., door J.J. Rant, Med. et Art. Obst. Doct. etc. te Zaandam. Dichtstuk. Te Zaandam, bij J. Groot en Comp. 1824. In gr. 8vo. 25 Bl. f :-40.

Flectere si nequeo superos Acheronta movebo! Zoo trekt een ieder, en met allerlei wapenen, tegen capadose te veld. De man verdient deze eer niet. De afteekening op het zegel van het Genootschap, door den Heer doijer op den titel zijner Leerrede geplaatst, doet reeds alles af tegen ellendige drogredenen en magtspreuken: het is toch beroep op de ondervinding. Zijn Eerw. verdedigt de Koepok in eene Leerrede, die reeds vroeger het licht zag, nu de vierde uitgave beleeft, alzoo druk gelezen werd, en buiten twijfel zeer veel goeds heeft gesticht. Het Voorberigt doet verslag van de ontdekking en het heilzame der Koepok, en ruimt, zoo wel als de Leerrede, een aantal bedenkingen en zwarigheden van den zwakken en bevooroordeelden uit den weg. Alles is hier waarheid en gezond verstand.

[p. 274]

Van No. 2, of het zoogenoemde Dichtstuk van Dr. rant, is de goede meening het beste. Geheel het langgerekte vers, dat wel tot het Leerdicht behooren zal, zal den tegenstander en Dichter bilderdijk ergeren of - vermaken. Het is mogelijk, dat de Doctor nog eenmaal in proza goed leere schrijven; maar bij wage zich nimmer weêr op den Parnas. Zijn dichtgeest dale vrijelijk met den NB. brozen geest van capadose in het rijk der schimmen neêr; doch zijne welgemeende pogingen mogen onder Gods zegen der Vaccine nut blijven staven. Met het lancet zal dit echter, onzes inziens, door hem beter dan met de pen kunnen geschieden.