geren niet onderdoet. Vooraf gaan noten en aanteekeningen uit het vroegere werk van Mevr. cottin, welke de noodige herinneringen geven voor de zoodanigen, die in ons geval zijn, en de vorige mathilda niet bij de hand hebben.
Vooral, intusschen, is het doel van dit werk, godsdienstige verdraagzaamheid te leeren, en den Christelijken godsdienst der liefde vrij te pleiten van die uitwassen van dweeperij, vervolg- en veroveringszucht en haat, welke denzelven ontsierd en verbasterd hadden in de tijden der kruistogten. Doorgaans dragen de redeneringen en aangevoerde gronden ten dezen, die dan ook mathilda overtuigden, onze volkomene goedkeuring weg. Evenwel, het moge dan het doel van den schrijver niet geweest zijn, onverschilligheid in te boezemen en ongeloof ten aanzien van allen stelligen godsdienst der openbaring, zeer ligt kan hetgeen hij zegt hiertoe gemisbruikt worden. Wij willen echter niet hopen, dat dit het geval zal zijn; maar dat men niet verder zal gaan, dan de vertaler in het voorberigt schijnt te bedoelen en te verwachten, als hij zegt: ‘De verdraagzaamheid, niet de onverschilligheid, omtrent de wijze van vereering van het Opperwezen, de deugdbetrachting en de afkeer van alle verouderde en dwaze vooroordeelen, van onzinnige dweepzucht en verfoeijelijke huichelarij stralen bij elke gelegenheid (in deze geschiedenis) door; en hij, die nog aan den leiband van, tegen den waren godsdienst aandruischende, wanbegrippen mogt loopen, zal daarin menig eenen waarschuwenden wenk krijgen, om zich van deze banden los te maken, en een steunpunt te zoeken in het gezond verstand, de rede, en den waarachtigen eerbied voor dien God, die niets dan het welzijn zijner schepselen, niets dan het tijdelijk en eeuwig geluk zijner kinderen wil, en wiens dienst niets anders vordert dan deugdbetrachting, kinderlijk vertrouwen op onzer aller Vader, en broederlijke liefde jegens onze medemenschen.’ Wij zeggen hier amen op; maar willen echter opmerken, dat men wijs en voorzigtig zal handelen, wanneer men, tot regte kennis en waardering van het geloof aan de Christelijke openbaring, nog andere en betere hulpmiddelen ter hand neemt, dan fraai geschrevene
romans, die, dikwijls zonder opzet, het Deïsme te zeer in de hand werken.