Feestviering ter huldiging van Edward Jenner, en ter verheffing van de waardij der Koepokinenting, van wege het Cenootschap Arti salutiferae te Amsterdam, gehouden den 14 Mei 1823, door F. van der Breggen Cz., Med. Doct. en Hoogleeraar aan de Doorluchtige Schole te Amsterdam. Te Amsterdam, bij L. van Es. 1823. In gr. 8vo. 36 Bl. f 1-20.
In 1798, en dus nu 25 jaren geleden, maakte jenner het eerst zijn onsterfelijk geschrift bekend, na tweeëntwintigjarige waarneming en onderzoek, ten betooge, dat de ingeënte koepokken de menschen voor de kinderziekte beveiligen, - zonder gevaar zijn voor het leven en de gezondheid, - en in zachtheid van werking de ingeënte menschenpokken verre overtreffen; en door vijfentwintigjarige ondervinding nu, sinds dien tijd, zijn deze waarheden in geenen deele gelogenstraft, maar ten volle bevestigd. Geen wonder, dat men het gepast vond, aan den weldoener, die dit heilzaam middel opmerkte, er over nadacht en het in beoefening bragt, nu, na verloop van het vierde eener eeuw, en nadat hij van het wisselend tooneel der aarde onlangs is afgetreden, eene welverdiende hulde toe te brengen, en daartoe den 14den Mei - den gelukkigen dag, waarop den achtjarigen knaap philips, uit de pok, welke het melkmeisje sarah nelmes op hare hand had, de eerste koepok kunstmatig werd ingeënt - bij voorkeur bestemde. Jenner verdiende deze hulde; want, moge dan al vroeger hier of daar het beveiligend vermogen der koepok zijn opgemerkt, hij is het echter, die de voorbehoedende eigenschap het eerst wetenschappelijk onderzocht en bepaalde, en den grond gelegd heest tot derzelver algemeene verspreiding. Aan hem hebben vele duizenden, ontegenzeg-