Iets over de hoedanigheden en werking van de Liesbreukbanden, ter verdere beantwoording van den Brief geteekend S., geplaatst in het Algemeen Nieuws- en Advertentieblad van den 19 Februarij 1823. Benevens eene wederlegging der bekendmaking door Jacobus Puyn, Heel- en Stads-Vroedmeester te Haarlem, geplaatst in den Algemeenen Kunst- en Letterbode van den 9 Mei ll. 's Gravenhage, bij A.D. Willer. 1823. In gr. 8vo. 23 Bl.
Een polemisch geschrift over de vereischten der Liesbreukbanden, op ontleed- en werktuigkundige gronden betoogd, het voordeel der veerkrachtige boven de niet veerkrachtige banden, de geschiktste ligging en ware werking derzelven, de gebreken van den breukband van salmon en godefroy, met aanprijzing van des Schrijvers breukband, vooral om de losse verbinding van de pop met de veer, waardoor de eerste voor- en achterwaarts verplaatst, ja zelfs pal gezet kan worden, met eene tusschenruimte van twee rijnlandsche duimen.
Wij vergenoegen ons met deze korte opgave van den inhoud dezer bladen, welke blijken dragen van met kennis van zaken geschreven te zijn; ofschoon de toon niet altijd zoo gematigd is, als wij in onderzoekingen van dezen aard, waarbij het toch op waarheid alleen aankomt, wel zouden verlangen. Intusschen bevelen wij dit werkje der overweginge van alle Heelkundigen in ons vaderland aan, en wenschen den Schrijver lust en krachten toe tot voortzetting zijner pogingen ter verdere volmaking van een zoo nuttig werktuig.