bol, maar deszelfs vernieuwing, na eene omkeering, die de vroegere bewoners verdelgd had, gezien en geschilderd. Hij meent dit te kunnen bewijzen, althans waarschijnlijk te maken, uit 2 Petr. III:5, 6, welke plaats hij geenszins van den Zondvloed, (dit woord beteekent slechts eene zware overstrooming in 't algemeen) maar van de vroegere omkeering en verwoesting der Aarde door het water verstaat, en er dan de latere, nog toekomende, door het vuur, zekerlijk met meer juistheid tegenoverstelt,
dan deze tegen den Zondvloed, die slechts (en dit tracht de Schrijver nu uitvoerig te betoogen) eene plaatselijke overstrooming was van dat gedeelte der Aarde, waar de menschen zich toen ophielden. Immers het blijkt, naar eene schrandere opmerking, uit de geslachtregisters, dat de voortteling der menschen vóór den vloed in geheel geene evenredigheid stond tot die van deze tijden. Noach was 600 jaren oud, toen hij slechts drie zonen had. Nu wordt, uit het verhaal zelve, en uit natuurkundige gronden, betoogd, dat de Noachische overstrooming de geheele Aarde niet heeft bedekt, en waarschijnlijk niet eens de hooge bergen van Azië. Dan gaat de Schrijver, na de bijbelsche, over tot de natuurkundige gronden voor de herschepping der Aarde, en derzelver hoogeren ouderdom, dan van zesduizend jaren. De tegenwoordige drooge grond is eenmaal bodem der zee geweest, blijkens de schelpdieren op de hooge bergen; die bodem heeft nog vroeger andere soorten van thans vergane planten en dieren gekweekt (den Mastodonte, en de vele diersoorten, door cuvier ontdekt); en eindelijk, de overgeblevene sporen geven bewijs, dat de Aarde langen tijd regelmatig door het water is bedekt geweest; geene lagen schelpdieren, zoo als vele der thans aanwezige, konden in die geregelde orde liggen, wanneer eene eensklaps opgezette zee, met woedenden storm vergezeld, die dieren daarheen had gevoerd. Even min konden de steenkoolbeddingen in den korten tijd van den Zondvloed gevormd zijn.
Nu gaat de Schrijver over, om, naar de gelegde gronden, het Scheppingsverhaal te ontwikkelen. Het is een