Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 605] [p. 605] Bijbelgenootschap en bijbelverspreiding. Wat ooit ons reinen wellust baarde, Wat ons ten gids verstrekt op aarde, Wat ons reeds hier ten Hemel leidt, Wat ons beschaving leert waarderen, Wat ons de menschheid doet vereeren, Is in het Bijbelboek verspreid. Wat ons de Godheid kan verklaren, Wat ons de toekomst openbaren, Wat ons kan voeren boven de aard', Wat ons op 't pad der deugd doet treden, Wat troost verschaft in tegenheden, Is in het Bijbelboek bewaard. Wat ons vertroost in rouw of smarte, Wat ons een balsem schenkt voor 't harte, Wat onzen zielevreê herstelt, Wat ons de scheiding doet vergeten, Wat ons den dood leert welkom heeten, Is in het Bijbelboek vermeld. o Boek, dat zoo veel mogt bevatten! o Boek, naar waarde nooit te schatten! o Bijbelboek, zoo Godlijk schoon! Wie uwen inhoud leert waarderen, Uw doel, uw' invloed kan vereeren, Vindt in zichzelv' het heerlijkst loon. Welaan dan! waar ook menschen wonen, Die zich voor Godsdienst vatbaar toonen, Dit Godlijk Bijbelboek verspreid; Niet als den Afgod, dien wij eeren, Maar als het boek, waaruit wij leeren Den weg tot heil en zaligheid. Vraagt niet: zal 't allen heilig wezen? Eerst toch moet elk het leeren lezen, Alvorens men den schat ontwaart. Helpt, Christnen, helpt dien schat verspreiden, En heel het menschdom voorbereiden Tot God en menschenmin op aard'! Z. 1823. Vorige Volgende