Een woord over vrijheid en vrede.
Men kan de Vrijheid schenden, maar niet vernietigen. Zij verwijdert zich somwijlen, maar keert weder; haar vuur, terwijl men het gebluscht waant, is alleen bedekt. Wanneer zij in de gemoederen verstikt schijnt, ademt zij in het diepst des harte. Verdedigd door eeuwige beginselen, kan men haar niets anders tegenstellen dan de broze wapenen der vooroordeelen; en, in het oogenblik dat men meent haar verplet te hebben, herinnert hare zegepraal den onzinnigen, die haar bestrijden, dat zij onsterfelijk is.
De Vrede is de staat van gezondheid der volken; de Oorlog is voor hen een staat van ziekte. - Het leger is de kracht van den staat; men kan het niet te zeer vereeren, wanneer het gebruikt wordt om denzelven te verdedigen, noch te zeer vreezen, wanneer het zich met het inwendige wil moeijen. Wanneer het zwaard zich in de plaats stelt van den schepter, vervangt vrees de toegenegenheid; de luimen der willekeurige magt vervangen de wetten; de vruchtbare vrijheid draagt geene vruchten meer; de handel kwijnt; de kunsten verdwijnen; de landbouw zelfs is vernietigd.