hebbelijk en vruchtbaar, dat zij het beste bewijs oplevert voor de vaste hoop der onsterfelijkheid.
Ons oog vestige zich dan niet langer op dit graf; het keere zich naar omhoog; bij zulk eenen lijkdienst verbindt zich het zigtbare en het onzienlijke aaneen; het hooge en heilige verheft zich in ons gemoed boven het stof en het slijk van dit aardsche leven.
Edele Jongelingen! gij neemt hier het vast besluit, om braaf en goed, werkzaam en getrouw te leven voor al wat waar en lofwaardig is; te leven voor het vaderland, als burgers van het Godsrijk.
Achtbare Mannen! gij vondt hier kracht en moed tot belangeloozen ijver, tot onbezwekene trouw; als burgers van den staat, als vaders uwer huisgezinnen, als stadgenooten onderling, tot bevordering van één belang, van éénen naam, van éénen roem, dien van Amsterdam, van Nederland!
Beminde Kleinzoon en Naamgenoot van den goeden en grooten van swinden! deze naam zij u heilig, heilig bovenal!
Waardige Aanverwanten, zoo eerbiedig, zoo mannelijk teeder, zoo wijs en vroom, zoo standvastig in uwe liefde! uw loon ligt in uw hart; ontvangt met welgevallen deze ongezochte hulde aan uwen dierbaren overledenen, en brengt die over in het ouderlijk huis, aan de geëerbiedigde weduwe, waardig zulk eenen man, aan de lievelingen van zijn hart, waardig zulk eenen vader! brengt ze over, deze statelijke hulde, als het offer der dankbaarheid, der hoogachting, en der liefde van de gansche burgerij!
Armen en Verlatenen, die hier niet staat aan dit graf, omdat gij niet zijt zoo als wij, maar die weent in stille eenzaamheid om uwen raadsman en helper in den nood! daar boven is magtiger hulp; gij zijt niet alleen, want ‘de Vader is met u;’ geloof, hope en liefde blijven, en de liefde blijft tot in eeuwigheid.