Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] Het trouwklokje; of: er loopt wat van sint Anna onder. (Eene Legende.) Er was een zekre kleine stad, (Hee! klein toch kon zij ook niet wezen, Dewijl wij van twee klokken lezen) Die een curieus gebruik bezat. Wanneer een bruîgom, met zijn bruid Voor 't altaar tredende, in het vrijen Geen enkel stapje deed bezijên, Dan werd Sint Barbara geluid. Daartegen was voor 't jonge paar, Dat vóór den echt....hoe moet het heeten? Geproefd had, eer het nog mogt eten, Sint Anna's kleppend klokje daar. Men zegt, de vromen klaagden luid, De Duivel had er in gehengeld; Want Sint Annaatje werd gebengeld, Als gold het de Buikslooter schuit. Eens kwam, met pijnlijk voorgevoel, Hans Migchel met zijn zoete Klaartje, Een jong, verliefd en aardig paartje, Tot den gewijden priesterstoel. Berouwde hen hun keus misschien? Was 't huivering bij 't plegtig heden; Bewustheid ligt van 't overtreden Van 't proefgebod voor jonge liên? 't Verhaal zegt hier geen neen of ja. Maar 't was geen ding om meê te gekken. - ‘Wat bengel zal men voor u trekken; Sint Anna, of Sint Barbara?’ Die vraag drong hart en nieren door! Hij stokt; zij kleurt, gelijk een roosje; Doch moedig zegt hij, na een poosje: ‘Sint Barbara, mijnheer pastoor!’ [pagina 104] [p. 104] De vrome priester scheen verstoord, Alsof hij iets aan 't bruidje merkte, Dat hier de min magnetisch werkte, En nam, op fermen toon, het woord: ‘Bedenkt het wèl, hoe veel ge waagt! Vloek blijft den logenaar verzellen, En in den echt u rampen spellen, Waarvoor het stugste hart versaagt. U wachten armoê, ziekte en pijn; Gij beide zult ontijdig sterven, Uw kinders alle toevlugt derven; In 't kort, gij zult ellendig zijn.’ Hans zwijgt verbluft, en Klaartje schreit, Maar schijnt, het eerst zich te herhalen; En smeekend zegt zij, zonder dralen, Met kinderlijke onnoozelheid: ‘Och, lieve pater Boudewijn! 'k Blijf op Sint Barbara nog hopen; Doch laat er, kan 't niet anders zijn, Wat van Sint Anna onder loopen.’ j.w. untema. Het Hoogduitsch vrij gevolgd. Vorige Volgende