Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het menschelijk leven. Eindrijmen. Helaas! wat is de mensch? wat is het menschlijk leven? Eene ijdle waterbel, die we in de lucht zien zweven; Die voor het starend oog met Iris-kleuren prijkt, Maar, op haar hoogste vlugt, voor luttel winds bezwijkt! Zou dit de beeldtnis zijn van 't menschelijke leven? Ach! zou de mensch dan slechts vernieling tegen - zweven? Hij, die, als heer der aard', met zoo veel luister prijkt; Schoon soms zijn broos gestel voor weinig leeds bezwijkt? Neen! 't is des menschen geest, de ziel van 't menschlijk leven, Die steeds zijn' aanleg voelt, om hooger op te zweven. Gelukkig hij, die reeds met hemelglansen prijkt, Wanneer voor d'aêm des doods zijn stoflijk deel bezwijkt R. Vorige Volgende