Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823
(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 634]
| |
doorgaans schijnt te vooronderstellen, tot de behandeling der Ziekten; maar zij strekt hare zorgen ook tot den staat der Gezondheid uit. Zij geeft de regelen op, door wier opvolging ziekten voorkomen en de gezondheid bewaard kan worden; en het is ook in dit opzigt, dat het gezegde van celsus geldt, dat het beter is, een' vriend of bekenden, dan een' vreemden tot arts te hebben. Hoe belangrijk die Gezondheidsleer in 't algemeen ook zijn moge, zij is het inzonderheid voor den Krijgsman, die aan den nadeeligen invloed van zoo velerlei oorzaken is blootgesteld, welke zijne gezondheid bedreigen. De kundige en ervaren von kirckhoff, door onderscheidene geneeskundige schriften met lof bekend, heeft ook over dit onderwerp een geschrift vervaardigd, waarvan wij thans de tweede uitgave het geneeskundig publiek aankondigen. Zijn werk, in negen Afdeelingen gesplitst, handelt achtervolgens over de recrutering, den geneeskundigen dienst, de dampkringslucht, het voedfel, de beweging en rust, de kleeding, de zeden en krijgstucht, de zielsaandoeningen en hartstogten, en de zindelijkheid, ten aanzien van derzelver invloed op de gezondheid der krijgslieden. Men zal in dit geschrift vele nuttige waarheden aantreffen, onbewimpeld en met kennis van zaken voorgedragen door een' man van ondervinding, uit hoofde van zijnen stand en betrekkingen geregtigd, datgeen, waarvan hij spreekt, te beoordeelen. Echter kwamen Recensent hier en daar gevoelens voor, aan welke hij zijne toestemming meent te moeten weigeren. In de eerste Afdeeling wordt de recrutering met genoegzaam algemeen verbod van plaatsvervanging aangeprezen. Recensent geeft gaarne toe, dat de plaatsvervanging aan vele bezwaren onderhevig is; doch beweert tevens, dat des Schrijvers voorstel nog oneindig meer en grooter zwarigheden heeft, en dat de meening, dat de klasse der rijken de beste krijgslieden zou opleveren, volstrekt niet algemeen geldende is. Het voorbeeld der Grieken en Ro- | |
[pagina 635]
| |
meinen is op onzen Staat van geene toepassing. Ieder, die met beider staatsinrigting slechts eenigermate bekend is, zal gereedelijk erkennen, dat onze Staat geen Grieksch Gemeenebest, veel minder eene Romeinsche Wereldheerschappij, maar een Handelstaat is, wiens welvaart en bloei van den koophandel afhangt, en in welken de stand van den koopman de eerste en voornaamste van allen is. Waarschijnlijk is de Schrijver tot deze meening vervoerd door eene natuurlijke en ligt verschoonlijke vooringenomenheid met zijnen stand; eenen stand, die de billijkste aanspraak heeft op de achting van ieder onbevooroordeeld en weldenkend lid der maatschappij. In de derde Afdeeling wordt aan de koude zoo wel als aan de warmte eenen verzwakkenden invloed toegeschreven, doch het verschil van beide niet genoegzaam bepaald. Waarschijnlijk draagt de Schrijver geene kennis van de voortreffelijke Prijsverhandeling van den kundigen bauer, welke over dit onderwerp een nieuw licht verspreid heeft. - Ook des Schrijvers verklaring van den donder, door de theorie der verbranding van het waterstofgas, is door latere proefnemingen niet bevestigd. Wij willen echter door deze aanmerkingen de waarde van dezen arbeid geenszins verkleinen, welke bij deszelfs overige verdiensten ook die bezit, van op de meeste plaatsen door welgekozene voorbeelden uit de Geschiedenis te zijn opgehelderd, zoo dat wij eene gemeenzaamheid ontdekken, niet slechts met eigene litteratuur, (gelijk dit bij onze Fransche en Duitsche naburen, helaas! algemeen plaats heeft) maar die algemeene kennis, welke den Nederlandschen Geleerde kenschetst. Wij bevelen dus dit belangrijk werk allen Geneeskundigen, maar bovenal hun aan, wien de zorg voor de gezondheid onzer Landmagt is toevertrouwd. |
|