Over en weer. Blijspel in één Bedrijf. Naar het Hoogduitsch van Sonnleithner. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1822. In kl. 8vo. 48 Bl. f :-6-:
Mede een nastukje, juist van geen groot belang, maar toch niet onaardig. Een rijk weeuwtje wacht haren onbekenden minnaar, en geeft zich, om hem uit te hooren en te beproeven, voor zijne zuster uit; dan, hij vat de kneep, en zegt haar in vertrouwen, dat de voor hem bestemde bedrogen en hij reeds gehuwd is. Het slimme vrouwtje voelt al spoedig zijn bedrog, houdt zich nu tevreden, en noemt den man van hare keuze. Bij zijne spijt en angst ontdekt zij hem echter, dat ook dit bedrog is, en nu komt alles in orde. Ook de knecht en het kameniertje worden, in haast, een paar.