rekend was. Dit is al te zedig over dezen arbeid gesproken. De keuze der verschillende stukken uit cicero is met oordeel gedaan; dezelve maken een goed geheel uit, en deze Chrestomathie kan, naar ons inzien, een uitmuntend schoolboek zijn, mits men de aanmerkingen weglate. De onderwijzers behoeven dezelve niet. Het was, over 't algemeen genomen, een ander geval in de dagen van Vader minellius. De leerlingen zouden wij liever geheel onkundig laten, dat er b.v. menschen geweest zijn, (want wij kunnen niet gelooven, dat
ze er nu nog zijn) die schreven: Arripienda est circumstantia favorabilis. Discursavit, et discursum preliminarem fecit. Expressio enthusiastica, enz. enz. Men geeft der schooljeugd thans geene boeken, dan welke in zuiver Latijn gesteld zijn. Zij kunnen dus het kwade niet leeren, omdat zij het niet weten. Solon, zeiden sommigen, heeft wijs gehandeld, omdat hij geene straf bepaald had tegen eene misdaad, welke nog niet bedreven was; hij wilde de Atheniënsers niet op het denkbeeld brengen. Misschien is hiervan veel op het onderhavige geval toepasselijk. Fransche Cacographien zijn noodzakelijk. Het Fransch is eene levende taal. Dit is ons gevoelen; wij willen het daarom evenwel den Heere willemier, en die met hem gelijk denken, niet opdringen. Variis modis bene fit. Om onzen lezeren, die het verstaan, een denkbeeld te geven van de manier en geest, in welke de Goudasche Rector deze aanmerkingen gesteld heeft, zullen wij er vier afschrijven, waaruit men het geheel kan afmeten:
Pag. 40. Animal] Nihil intelligunt, qui h.l. hanc vocem vertunt een beest. Vertendum est een dierlijk wezen, een levend schepsel.
Pag. 101. Res privatae.] Inepti dicunt Interesta particularia. At dixit tamen et scripsit Professor aliquis, cum maxime florens fama et auctoritate.
Pag. 139. Cometas.] Videatur bayle, pensées diverses sur les Cometes. Exstat quoque pererudita Oratio J.G. graevii de Cometis.
Pag. 285. Declamare.] Et declamitare Latinissime dicitur, et fuerunt tamen Latinitatis olim censores, qui hoc verbum carperent, et ejus causa viro cuidam docto facesserent negotium. Hujusmodi ego censorum Latinitatem non emam vitiosa nuce.