het aantal van gepaste voorbeelden en getuigenissen. De Schrijver van het tweede antwoord werd dus eener eervolle meldinge waardig geoordeeld, indien hij zijn' naam wilde openbaren, en bleek, dien ten gevolge, te zijn g. steenhoff, Candidaat in de Godgeleerdheid aan dezelfde Hoogeschool.
Wat nu het bekroonde stuk betreft: ons bestek gedoogt niet, eene uitvoerige opgaaf van hetzelve te leveren. Wij zullen dus, kortelijk, den gang der Verhandelinge opgeven.
Vooraf, dan, gaat eene Inleiding, waarin over het moeijelijke en het gewigtige van het predikambt, over de stof en den tekst der leerredenen, over den oorsprong en de reden van het gebruik der teksten gehandeld, en eindelijk een kort overzigt gegeven wordt van de verschillende predikwijzen, sedert den tijd der Apostelen tot op onze dagen. Deze twee laatste afdeelingen zijn bijzonder van belang. De oorsprong van teksten te gebruiken wordt, geschiedkundig, gehaald uit hetgeen in de Synagogen der Joden reeds van ouds gebruikelijk was, om een gedeelte der H.S. voor te lezen, hetwelk vervolgens ten nutte der toehoorders werd verklaard. Ook heeft ons bijzonder bevallen het laatstgenoemde kort overzigt, waarin, zeer beknopt en oordeelkundig, eene geschiedenis wordt gevonden der preekmethode.
Het stuk zelf wordt, natuurlijk, in twee Hoofddeelen gesplitst, overeenkomstig de voorgestelde vraag. In het eerste worden de drie voornaamste predikwijzen, ieder afzonderlijk, ontwikkeld, zoodat de lezer een volledig en naauwkeurig denkbeeld van dezelve bekome. In het tweede en, overeenkomstig den aard der zaak, uitvoerigste gedeelte wordt gehandeld over hetgeen in elke dier drie preekmethoden het best te keuren, en in het doen eener keuze vooral te betrachten zij. Dit Hoofddeel wordt gesplitst in vier onderdeelen. In de drie eerste derzelven wordt, onpartijdig, het goede, het nuttige, het voortresfelijke van elke der drie preekmethoden overwogen en behoorlijk gestaafd; waarna, ten vierde, datgene wordt