Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823
(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 316]
| |
het jaar een opwekkend en stichtelijk vertoog, op de H. Schrift kennelijk gegrond. Deze vertoogen onderscheiden zich van andere, reeds in vele huisgezinnen in gebruik, door kortheid; ieder van dezelve beslaat slechts vier bladzijden. Hierdoor wordt dit boek voor de huisgezinnen meer geschikt tot het doel; terwijl het nergens aan stof tot verder nadenken, of wenken tot uitbreiding, voor eenen verstandigen huisvader, ontbreekt. Het werk is dan ook, door deszelfs kortheid, minder kostbaar; en dit geeft ons hoop, dat het in vele huisgezinnen, van den burgerstand vooral ook, aftrek zal vinden. Zoodanige geschriften hebben wel eens het nadeel, dat zij het eigenlijk Bijbellezen bij den Huisgodsdienst verdringen; hiertegen heeft de Schrijver willen zorgen, niet alleen door zijne waarschuwing in het voorberigt, maar door ook bij ieder vertoog een gedeelte der H. Schrift aan te wijzen, hetwelk hij vooraf wil dat zal gelezen zijn, waarbij dan nog ieder eenen anderen tekst ten opschrift heeft, welks overweging alsdan bijzonder gepast is. Het wordt wel algemeen voorondersteld, ook zonder dat wij het zeggen, dat de Hoogleeraar clarisse hier een zeer doelmatig en allernuttigst huisboek geeft, en dat ieder, die dit begin van dit werk gelezen heeft, naar de volgende 5 stukjes (want dit eerste is nog maar voor de twee eerste maanden van het jaar bestemd) voorzeker verlangen zal. Wij althans behooren onder de zoodanigen; en alhoewel wij ons ditmaal van het mededeelen van iets ter proeve onthouden, (als verlangende, dat men geheel dit eerste stukje ter proeve neme) zoo zullen wij ons daarvan, welligt, bij eene volgende gelegenheid niet onthouden; nu het voldoende rekenende, uit het voorberigt mede te deelen, dat in deze vertoogen wel zekere eenvormigheid heerscht, daar het alle zelfgesprekken of Meditatiën zijn, maar dat echter voor de verscheidenheid der stof, en tevens voor verscheidenheid in vorm en bewerking, genoegzaam is gezorgd, door nu eens meer voor het verstand, dan weder meer voor het hart voedsel te verschaffen. Het is ook niet noodig, zich juist | |
[pagina 317]
| |
aan de opgegevene dagörde bij de lezing te binden. Als het werk volledig zal zijn, belooft de Hoogleeraar eene nadere opgave van den inhoud, en daardoor eene handleiding, om die leesorde naar verkiezing te veranderen, en alzoo achtereenvolgende te lezen de overdenkingen over de teksten, voor het geheele kerkelijk jaar, bij de meeste Christenen ter openlijke behandeling voorgeschreven; of over de onderwerpen, welke bij sommigen des zondags middags doorgaans worden behandeld; of over de leerstukken van den Natuurlijken en Geopenbaarden Godsdienst, de Zedeleer, en ook de Lijdens- en Feestgeschiedenissen. Wij hopen en verwachten, dat ook deze arbeid van den waardigen clarisse alom in ons vaderland veel goeds zal stichten, en wenschen hem gezondheid en krachten toe, opdat zijne uitnemende geschiktheid, als Hoogleeraar niet alleen, maar ook als Volksleeraar, nog lange jaren onder ons ten zegen verstrekke. |
|