vonden te hebben in het stukje, bl. 130, op het graf mijner Dochter, bij mijn vertrek uit Batavia, en nog een enkel ander; doch wij waren niet aan het slot, of het sloeg weêr door, en wij zagen ons telkens te leur gesteld. Meermalen vonden wij in dezen bundel volkomen onzin; dikwijls moesten wij lagchen, b.v. daar wij een lied vonden: god, naar het ABC. Dit staat er NB. nog wel onder, uit vrees, dat de lezer van dit kunststuk, van 't welk ieder vierregelig couplet bij iederen regel met dezelfde letter, van A tot Z, een' aanvang neemt, dit vernuftige niet mogt opmerken. En, waar wij al geen' onzin vonden, rijst de waarde van geen enkel stukje hooger, dan b.v. in het volgende korte onderschrift voor het afbeeldsel van Z.M., hetwelk waarlijk een der beste is:
‘Schoon ver van 't Vaderland gescheiden,
Blijf 'k u, o Vorst! mijn hulde wijden;
En juich bij uwe beeldtenis:
Ik blijf in u altoos beschouwen
Des Neerlands hoop, en goed vertrouwen,
In hem die Neerlands Koning is.’
Gaarne, intusschen, doen wij regt aan de goede gevoelens van den steller dezer zoogenoemde Gedichten, en geven hem de getuigenis, dat het hem geenszins aan dichtlust noch oefening, maar eeniglijk aan aanleg en krachten ontbreekt. Wij gevoelen tevens eene soort van medelijden met den man, die ons in een dezer stukjes het zonderling voorval mededeelt, dat hij eens, in den eigenlijken zin, een geliefd dochtertje gebaard heeft; en, hoezeer hij dan ook uit het kraambed gelukkig en voorspoedig moge hersteld zijn, is het echter ons waarschijnlijk, dat bij dit zeldzaam toeval 's mans dichtäder geweldig geleden heeft; anders zou het ons onbegrijpelijk zijn, hoe hij in het Voorberigt hier schrijven kon: dat hij, die van kindsbeen af reeds geneigdheid gevoelde tot het lezen van dichtkundige werken, in verscheidene letterkundige kringen, zoo te Amsterdam als elders, als lid was opgenomen, en bij vroegere namelooze werkjes lof en aanmoediging door gunstige recensiën heeft ingeoogst. Het bedoelde zeldzame geval meldt ons het laatste couplet van zijnen zang aan 's mans vriend j.h.f.c.l. wehr, M.D. Chr. et Obstet. aan de Kaap de Goede Hoop, in dezer voege: