Treffelijk woord van Juliaan.
Men beschuldigde zekeren thalapius voor den onsterfelijken juliaan, zoo belagchelijk bijgenaamd de Afvallige; en, naardien deze treffelijke heerscher de bewijzen van het vergrijp, dat men voor zijne regtbank bragt, en hetwelk thalapius ontkende, niet voldoende vond, sprak zijn beschuldiger: ‘Indien het genoeg zij te ontkennen, wie zal dan schuldig zijn?’ - ‘Indien het genoeg zij te beschuldigen,’ hernam juliaan, ‘wie zal dan onschuldig zijn?’ - Het karakter van dien wijsgeerigen Vorst ligt geheel in dit antwoord.