ring in de Natuur scheen voor te bereiden.’ Verder: ‘De oude delmas verhaalde ons, dat hij in de lucht verwarde stemmen had vernomen, welke hij voor die van ten minste 500 Duivels hield, die zonder twijfel tot het overvoeren des luchtverschijnsels gebruikt waren geweest.’ Verder: ‘Niet vóór den 25sten nam men het besluit, zich naar de plaats, waar de luchtsteenen waren nedergevallen, te begeven. Men overleide lang, of men zich niet welgewapend ter plaatse zou vervoegen, waar eene onderneming, die zoo gevaarlijk scheen, te verrigten viel. Maar de koster, claude seroc, merkte te regt aan, dat, zoo het de Duivel zelf was, men met kruid noch kogels iets tegen hem zou vermogen; dat het derhalve veel verstandiger was, hem met wijwater tegen te gaan, dewijl de Duivel, gelijk bekend is, daarvoor moet wijken. Deze meening behield eindelijk de overhand. De gansche gemeente, den koster met het wijwater aan het hoofd, trok, als in processie, op. Gelukkig en onverzeerd kwam men ter bedoelde plaatse, begon te graven, en vond, ter diepte van 13 decimeters, eenen luchtsteen, die 92 kilogrammen (220 pond) woog.’